De Bazuin
Volle Evangelie Gemeente
Hoogeveen

Download de preek als PDF: Afwachten of inititiatief nemen

Afwachten of initiatief nemen

We kregen vanmorgen teksten uitgedeeld en mijn tekst komt heel goed uit, want uitgerekend dit is de dag die de Heer gemaakt heeft. Laten we juichen en ons verheugen. Het is toch mooi dat dit nét op deze dag valt. En morgen heb ik deze tekst ook nog natuurlijk! Als zo’n tekst je zó raakt, dan ontstaat er iets en dat ontroert me. Wat wij geloven is geen starre, stugge theorie, waar we aan het een en ander moeten voldoen, maar het is ons leven zèlf, en dat vind ik prachtig! Om elke dag te aanvaarden, te kiezen: ja, dit is nou uitgerekend de dag die de Heer gemaakt heeft! Laat ik me verheugen over zoveel moois en over zóveel aan goeds. Waar ik het vanmorgen over wil hebben dat past hier ook helemaal bij. Dat vind ik altijd zo mooi, want zó heeft de Heer de regie, dat de dingen op hun plek vallen. Hoe prachtig het ook is, ze weet niet precies bij wat en wie die teksten van vanochtend terecht komen, maar dat weet de Heer wel, en dat vind ik zó mooi, dat dingen, die al jáááren en eeuwen in de bijbel staan, dat die ons vandaag kunnen raken en bemoedigen. Maar vooral ook, dat wij de keuze hebben, daar wil ik het over hebben: ‘gaan we afwachten, of nemen we het initiatief’. Ga ik afwachten in mijn leven, of neem ik het initiatief. Ga ik afwachten hoe een dag er uit gaat zien. Of denk ik: ‘nou, dit is de dag…, dan wacht ik eerst maar even tot een uur of twaalf of het zo is’. Of het een beetje mee zit vandaag, of men wel vriendelijk tegen mij is…. Nou heb ik daar weinig last van, ik ben altijd met Teda samen, en zij is altijd vriendelijk! Dat hoef ik niet eens af te wachten. Maar de Heer heeft besloten om die dag met Zijn kleur in te vullen. Het is aan mij de keus of ik het initiatief neem om het te láten inkleuren. Of ik kies voor…, of dat ik afwachtend ben op wat de Heer vandaag zal gaan doen. Als je al begint met een zielige gedachte: ‘ach, ik voel er niks van, ik beleef het eigenlijk niet zo, m’n gevoel wil niet mee…., en dat soort gedachten. Wacht ik dan af tot dat gevoel wél op de rit komt, dan kan ik soms heel lang wachten! Of neem ik het initiatief door te zeggen: “wacht eens even, wie is nou Heer over mijn leven?” Hij is nooit als inbreker gekomen, het is mijn eigen keuze dat Hij Heer is over mijn leven. Mijn keuze!! Dat is geen keuze van één dag, dat is een keuze voor de eeuwigheid. Maar daar wil ik wel elke dag van genieten, van die eeuwigheid. Er zijn heel veel lieve christenen die wachten op de eeuwigheid, want later in de eeuwigheid wordt het mooi! Maar als je het op die manier doet, dan duurt dat een eeuwigheid. Dan wordt het zó ingewikkeld en zó zwaar. Ik ben geschapen om te leven! Ik ben geschapen om het leven Gods uit te leven. Ik ben geschapen om Zijn heerlijkheid te laten zien, om Hem te openbaren. Ik ben geschapen om met Zijn ogen mijn medemens te zien. Ik ben notabene geschapen tot Zijn lof!! Ik vertegenwoordig Zíjn lof! Dus bedenk maar, als je ergens een stukje loopt: ‘hier loopt de heerlijkheid Gods!’ Nogal een redelijk stukje ‘heerlijkheid Gods’. Een mens is de kroon van de schepping! Dat is je bestemming. Nou kun je bij bestemming denken aan later, later kom ik nog een keer op een goeie bestemming. Maar ik vind het zó mooi dat als je start vanuit het denken Gods, je dan ook initiatiefrijk wordt. Dan is het niet ‘afwachten’ dat het misschien nog wel een keer goed komt. Wat heb ik een bron van Leven in mijzelf, en wat is het een voorrecht dat ik dat uit mag stralen! Er is inderdaad één iemand die absoluut niet wil dat jij het initiatief krijgt. ‘Wat denk je wel?’ Hij is gewend dat hij het initiatief heeft, wat hij bedenkt en wat hij doet…., en daar vanuit bewegen mensen zich. Of ze bewegen helemaal niet meer omdat ze bevroren zijn in hun verdriet en ellende. Het punt is, dat het leven in het Koninkrijk, waar hij niet de baas is, maar Vader en Jezus het voor het zeggen hebben. Dat is mijn uitgangspunt geworden. Ik las ergens: ‘Wacht niet op een goeie dag, maar máák er één!’ Dan wordt het leven toch uitdagend? Zal het wel een goeie dag worden? Ja, maar dit en dat, en zus en zo….. Ik vind het zó gaaf dat, door te kiezen waar Hij voor kiest, en Hem ook volkomen op Z’n woord te nemen, dan creëer je zoveel ruimte voor jezelf. Er zijn dingen waar ik me heel druk over kan maken of dat wel goed komt. Maar vaak zijn dat dingen die al voor elkaar zijn. Of het goed met me komt? Dat ligt al vast, daar heeft Hij voor gezorgd! Dat is iets waar ik mij helemaal niet mee bezig hoef te houden. ‘Het komt goed, sterker nog: het is goed! Het is goed!’’ We leven samen met Hem en ik ben in goeie handen! En het gevoel dan? Ik gun toch écht de boze geen enkele uitvlucht, waardoor hij één dag mag verzieken. Ik gun hem geen excuus, écht niet!! We hebben zo’n mooie basis, op grond waarvan we mogen leven, dus mijn leven mag zich ook bewegen in het licht. Vroeger, bij ons in het dorp, ik zie het nog zó voor me, auto’s waren er vrijwel niet, ik wist ook precies wie er een auto hadden, een paar rijke boeren, en de hoofdmeester van de lagere school had er op een gegeven moment ook één, en later onze dominee ook, die had een hele mooie, hij had zo’n Messerschmitt, ken je dat ook? De ouderen onder ons misschien? Met zo’n glazen kap er op. Hij kreeg les in die auto, en de instructeur zat achter hem, want ze konden niet naast elkaar zitten. Dus die zat achter hem, en hij had een touw aan de handrem. Maar de eerste les ging het al mis, want de instructeur zei: ‘hier rechtsaf’, maar dat betekende niet dat hij gelijk rechtsaf moest, je moet dan wel wachten tot je een zijstraat hebt waar je rechtsaf kan gaan….. Toen ging de kap omhoog en kwam de dominee er uit. Dat zijn zo van die leuke herinneringen. Maar goed, de meeste mensen bewogen zich op de fiets, en de boeren vaak op de boerenwagen/paard en wagen. Je had toen van die platte wagens. Daar hoorde ik een keer een verhaal van. Er was iemand aan het lopen met een baal van 50 kg. aardappelen op z’n nek. Toen kwam er een boer met een platte wagen hem achterop, hij liet het paard even stoppen, want in een dorp laat je dat natuurlijk niet gebeuren Hij zegt: ‘man, kom op die wagen zitten, dat is toch veel te zwaar’. Dat doet die man dus, en gaat op de wagen zitten. Paard en wagen gaan weer verder. Op een gegeven moment keek die boer achterom, en hij ziet die man daar zitten met nog steeds die baal aardappelen op z’n nek. Hij zegt: ‘wat doe je nou?’ ‘Nou, meerijden, mooi toch’. ‘Maar waarom haal je die baal aardappelen niet van je nek?’ ‘Nou, ik vind het allang mooi dat ik mee mag; . Maar weet je dat het in heel veel levens zó gaat? Je bent wél verlost, maar je tilt nog steeds je zware last. En dat is zó zonde! Het is zó ontzettend zonde dat je nog steeds met zo’n last, en met schuld, en met een verleden, en ik weet niet wat je allemaal mee moet torsen. Gooi dat hele spul van je nek. Jezus heeft het zó gemaakt dat je rechtens vrij bent van de zonde, dat is een rècht, een voorrecht! Dat heeft Hij voor jou gedaan. Dan kan ik blijven afwachten tot het lichter wordt, maar ik kan ook het initiatief nemen te weigeren om dat soort gewichten te dragen! Het hoort niet bij me, het past niet, ik word er alleen maar naar en ellendig van. Wat heerlijk dat Jezus voorbij kwam met een platte wagen! Met z’n bereikbare plek, zodat je van dát moment in vrijheid leeft. Ik kan zingen dat ik in de toekomst de vrijheid krijg, maar wij hebben de vrijheid gekregen in Hem! Die Hoofd is van alle overheden en macht. Prachtige teksten, haal ze maar naar je toe, laat ze je goed doen. In Jesaja 2:3 staat: Vele volken zullen gaan en zeggen: kom, laten we opgaan naar de berg van de Heer, naar het huis van de God van Jacob, dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen en zullen wij Zijn paden bewandelen.
Dat is initiatief! Kom, laten we opgaan naar de berg van de Heer; naar het leven vanuit de heilige Geest, naar het leven vanuit de kracht Gods. Kom, laten we dat doen! Ik vind heel mooi dat er niet staat: ‘laat ík het dan maar doen’, maar dat je een ander meeneemt in de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen Gods. Dan staat er: ‘Want uit Sion zal de wet uitgaan’. Er gaan soms wetten uit waar mensen ongelooflijke slaven van worden. En er kan een wet uitgaan waar je niet ongelooflijk, maar gélooflijk vrij door kunt worden. Die wet gaat uit van Vader, en Jezus heeft Hem geloofd, die wet ging uit van Jezus, en die wet gaat uit van ons. Je vertegenwoordigt een prachtige wet! De wet van de vrijheid, van de ruimte, van ontdekken van léven. Die gaat van óns uit, die vertegenwoordigen wij. Je vertegenwoordigt vrijheid. Religie vertegenwoordigt een wet van bekrompenheid, van bezorgdheid en van niet deugen. Vertegenwoordigen wij ruimte? Creëer je ook ruimte? Het woord van de Heer gaat uit van Jeruzalem, van de stad van vrede! Dan staat er verder: En Hij zal oordelen tussen heidenvolken en veel volken vonnissen.
Hè, dat is nou jammer, nee, wij zullen velen volken vonnissen, die volken, die machten, die het verzieken. Vel daar maar een vonnis over. ‘Ja, maar kan ik dat?’ Ja, dat recht heb je gekregen. Je hebt het recht gekregen om degene die zoveel mensen monddood gemaakt heeft, om hém monddood te maken. Ik kan heel erg denken: ‘straks komt de vijand’, maar weet wat de werkelijkheid is in de geestelijke wereld? Dat jij zijn vijand bent!! Denk je dat de machten welgemoed naar Jezus optrokken om Hem mores te leren? Sidderend en bevend traden ze Degene tegemoet waarvan zij al wisten dat ze het niet zouden redden, maar ja, je moet wat als je het winnen wil? Ze verzonnen listen om Hem klem te zetten, daar zijn voorbeelden zat van. En weet je wat zo mooi is, het was hun initiatief om te komen, maar Jezus nam dat initiatief altijd over, altijd!! Hij bleef niet afwachten: ‘wat zal er deze dag gebeuren en kan Ik dat wel aan?’ Hij had het initiatief over Leven! En over bevrijding! En dat heeft Hij nog steeds! En wat gaat er dan gebeuren, daar ging het me even om: ‘Ze zullen zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen het oorlog voeren niet meer leren’.
Oorlog léér je dus, het is geen ingeschapen iets, oorlog léér je. Maar, ‘Dat zullen ze niet meer leren! Huis van Jacob, komt, laten wij wandelen in het licht van de Heer’. Ik vind het zo mooi: de zwaarden worden omgesmeden tot ploegscharen. Zwaard is het woord van het einde. Zwaard vernietigt door dood, dan is het over. Maar ploegschaar is een woord van het begin. Dan leg je het open, zodat er gezaaid kan worden, en wat kan gaan groeien. Dit vind ik voor mezelf, en voor onszelf, ook een heel mooi uitgangspunt. Wat voor woorden heb ik? Woorden als een zwaard? Met mijn gelijk een ander doden? Of is mijn woord een ploegschaar? Schep ik ruimte dat de ander kan gaan leven! En dat recht heb je. Dat recht heb je van Godswege, en benut dat! Er zijn tè veel woorden, ook onder christenen, die benadrukken dat we nog niet zo ver zijn, dat we niet zo groot zijn en niet zo veel zijn, en het nog zo makkelijk mis doen. Dan denk ik: dat kunnen soms toch zwaarden zijn, waarmee je als eerste jezelf uitschakelt, want ik bèn nog niet…. Hoe zó, ik ben nog niet…..? Je bent ontstaan uit de ‘Ik ben’. Jij bent ontstaan uit de ‘Ik ben’.
Toen Mozes zat te twijfelen over hoe het nou verder moest. God geloofde dat Hij het volk zou gaan bevrijden, maar als ik nou de Farao ontmoet, wat moet ik dan in vredesnaam zeggen? Toen zei God: ‘zeg maar dat de ‘Ik ben’ je gezonden heeft. Jij vertegenwoordigt ‘Ik ben’. Dat lijkt dan weinig, ‘Ik ben’ heeft me gezonden, ja, wat moet ik daarmee? En wat vindt Farao daarvan? Zou hij dat wel goed vinden? Nee, Farao vond dat niet goed, maar dat was helemaal het punt niet! God vond dat goed. “Ik zend u als God”. Dat heeft Hij tegen Mozes gezegd. Dat is toch prachtig als je je dát bewust wordt! Dan zijn die kleinmakende woorden zó misplaatst. Schakel ze maar uit en besteedt er ook niet teveel aandacht aan. Er is een lied dat zegt: ‘Daarom treden wij niet met de boze, die om aandacht dwingt, in overleg’. Doe dat dus vooral niet! Het is een waardeloze gesprekspartner, ècht!! Je kunt misschien wel eens zeggen: ‘Ja, tot op zekere hoogte heeft hij wel gelijk’….. Oh, nee, dan kan ik alleen maar steigeren. Hij is een leugenaar, hij heeft niet op een bepaalde hoogte gelijk, hij is een leugenaar, zegt Jezus. Hij is een moordenaar, daar moet je niet mee in gesprek gaan. Dat was ook de fout van Eva, zij ging in gesprek met die dikke leugenaar, die met zogenaamde waarheden kwam, en even zou vertellen hoe God was en wat God wilde. Maar dat had hij helemaal niet voor ogen, hij wilde vertellen hoe hijzelf dacht over God, en dat overnemen. Neem hier dus afstand van. Ik vind het zó mooi dat je andersom kan denken, dat je nieuw kan denken, en nieuw kan spreken. Wat heeft de Heer aan nieuw spreken over ons geopenbaard? Over wie je bent, wat je betekent, dat je van waarde bent! We hebben heel veel liederen over nieuw hoor: Hij gaf ons een nieuw lied in de mond. Dus we zingen niet het oude liedje als we dingen tegenkomen van het afgezaagde: ‘het kan niet, en later, en misschien ooit’…. Ik leef nú, en ik wil nú leven aan de hand van de beloften die God gegeven heeft. En van daaruit denken. Ik moest laatst nog even denken aan Janine, verschillende van ons kennen haar, en als je Janine zegt, moet je ook gelijk Goos zeggen, want zelfs als je belde, werd er opgenomen: ‘met Goos en Janine’. De laatste keer dat we bij Janine kwamen, toen ze nog een paar dagen te leven had, vertelde ze: ‘ja, er kwam van de week bezoek, en die zei: ‘wat naar en vervelend nou dat het niet goed met je gaat, en dat het lijkt dat het ook niet meer goed komt, dat is dan wel heel verdrietig’. ‘Wacht even!’ zei Janine, ‘ben je hier nou gekomen om me te bemoedigen, of me de grond in te praten?’ Dit soort praat hoef je verder niet te doen hoor. Het gaat buitengewoon goed met me, ja, ik weet dat ik hier nog heel kort te leven heb, maar het gaat buitengewoon goed met me, en waar ik behoefte aan heb dat zijn ‘goeie woorden’ aan leven, God zorgt voor me, Hij is bij me. Dus we gaan het niet meer hebben over ‘wat nou moeilijk en wat naar en wat vervelend! Het gaat buitengewoon goed met me!’ Ik vind het prachtig dat je op zo’n manier leeft, denkt, en gelooft! Zij nam hier het initiatief over, ja toch? Over wat er gezegd werd. Want wat een ander zegt, daar kan ik niks aan doen. Janine probeerde het wel. Maar wat ik zélf zeg en wat ik zélf denk, daar kan ik veel aan doen. Dan kun je mooie keuzes maken, voor jezelf en voor de ander. Ik kan er voor kiezen dat de zon in mijn leven schijnt, maar dat ik ook een lichtje ontsteek in het leven van een ander door te laten zien, door te vertellen, hoe diep dat bij God zit, dat ‘houden van’. Hoe mooi Hij de mens gemaakt heeft. Want eerlijk is eerlijk, het is toch treurig dat de religieuze wereld er een gewoonte van gemaakt heeft om negatief over mensen te praten. Dat is toch de treurigheid ten top. Het is toch verschrikkelijk dat je op de plek waar je bemoedigd zou moeten worden, je te horen kreeg dat je weinig voorstelde. En dat je zó gemakkelijk de verkeerde kant op ging. En dat je naar je aard het eigenlijk niet trekken kon. Over dat ‘aard’ gesproken. Wat is daar veel over gezegd. Ik heb dit jaar verschillende keren gehoord, als mensen bij ons kwamen om ons te bemoedigen, en dat deden ze, wat zijn we bemoedigd, maar dat verschillende mensen, onlangs ook weer, dat iemand zei: ‘ja, maar je hebt natuurlijk wel mee, dat je een opgewekt karakter hebt. Daar kan ik niet tegen. Ik vind het zó jammer als je zó denkt. Want dat betekent dat God in mijn leven héél wat kan doen omdat ik een opgewekt karakter heb. Maar als iemand niet zo’n opgewekt karakter heeft, dan zou God zeggen, ‘ja, sorry, jij hebt nou eenmaal niet zo’n opgewekt karakter. Karakter is dus je aard, je wezenskenmerk, en dat dit soms ondergesneeuwd is, en buiten beeld geraakt is, dat klopt, in de bijbel staat ergens iets over het ontaard zijn. Maar naar je aard ben je een prachtmens, wie je ook bent, wat je achtergrond ook is, en wat je hebt meegemaakt. Naar je aard, naar je wezen ben je prachtig, schepping Gods! Want als karaktertrekken, en al dat soort dingen, gebruikt wordt tégen mij, dan zit daar een leugenaar achter. En dat is karaktermoord. Je wordt vermoord naar je wezen. Want een ander kan het wél en jij kan het niét. Het kenmerk van ons leven is niet zozeer of wij nou zo sterk zijn of het zo geweldig kunnen, maar onze God is bij machte om alles te doen wat Hij bedacht heeft. Hij is onze kracht! Hij is in heel onze leven onze basis. Want als je terugkomt op: ‘dié is zo sterk, en die ander lukt het niet’, is dat afschuwelijk voor degene die niet zo sterk is. Wij moeten het honderd procent hebben van Hem. Weet je wat zo mooi is? Hij is er voor honderd procent! Dat is zó prachtig! Hij doet niet met minder. Jezus heeft het niet met halfbakken beloftetjes gedaan. ‘Als het meezit, kan Ik wel voor je zorgen: wees in geen ding bezorgd, behalve…….., maar buiten dát gerekend…..’. Dat deed Jezus toch niet? ‘Ik ben met u op ‘sommige dagen’. ‘Nee, Ik ben met je álle dagen, tot aan de voltooiing van de wereld’. God heeft eens het initiatief genomen om het herstel aan te brengen, de schepping. En vanuit de rijkdom van Zijn gedachten, raak je er gewoon niet over uitgedacht wat Hij allemaal heeft geschapen, gecreëerd heeft. Wát een geweldig vermogen!! En nu zegt Hij: ‘Die scheppingskracht, dat vermogen, leg Ik in jou’. Blijf niet te terughoudend want er staat ergens: ‘Hij geeft Zijn Geest niet met mate’. Dat heeft Hij in je gelegd. Daarom zijn wij geschapen om te leven en leven te openbaren. In Jesaja 42:9 staat: ‘Nieuwe dingen kondig Ik u aan, voordat ze uitspruiten, doe Ik ze u horen. Onze tuin is op dit moment erg bevroren, dus je ziet niks van nieuw leven, maar ik kondig aan, dat over niet al te lange tijd er bloeiende sneeuwklokjes tevoorschijn komen. Hoe weet je dat nou? Nou, dat weten we allemaal. Je kondigt dus dingen aan, niet omdat ze al zichtbaar zijn. Want als ik dingen aankondig aan de hand van het zichtbare, dan kan ik zó de mist ingaan. Maar als wij het onzienlijke gaan verkondigen dat de hele schepping vernieuwd wordt, de héle schepping, elk mens, en volkomen tot z’n recht gaat komen. Dan zijn er heel veel mensen die zeggen: ‘ja maar, wacht eens even, leef je onder een steen, zie je geen nieuws?’ Maar wij zien een andere werkelijkheid. Wij zien Jezus met eer en heerlijkheid gekroond. Wij zien mensen met eer en heerlijkheid gekroond. We denken mee met onze Schepper, en als je dát doet, ga je ook scheppend spreken. Want iets, wat er niet is, roep jij tot aanzijn. En soms zie je het helemaal niet, soms zie je het helemaal niet in je medemens. Soms zie je het in volken niet. Want die zijn bedorven door religies, en welk volk niét! Dan ga je geloven zoals Jezus gelooft. Het bleek in Zijn tijd ook steeds minder te worden. Als Jezus het had moeten hebben van wat Hij zag…., ze geloofden Hem niet, het klopte niet, dingen liepen ook helemaal verkeerd, ook met Hemzelf. Nou, dan kom je tot de uitspraak van de discipelen, die zeiden: ‘wij dachten nog wel dat….’. En dat zeiden ze tegen Degene die dood en dodenrijk overwonnen had! ‘We dachten dat Hij het was….’. Nou, Hij wàs het zeker!’ En wat doet Jezus dan? Hij opent hen de ogen en harten, en ik verlang met jullie mee dat het zó tevoorschijn komt, die open ogen. In 2 Cor. 3:6 staat dat Hij ons bekwaam gemaakt heeft tot dienaars van een nieuw verbond. Ik zou zeggen: ‘laat dat over je gezegd zijn’ Jij bent bekwaam gemaakt om een dienaar te zijn van een nieuw verbond. Dus je vertegenwoordigt een nieuw verbond! Je vertegenwoordigt een ‘verbond’ , verbinding, een relatie, een huwelijk. En om dát te openbaren, en daarin dat Leven Gods te laten zien, vind ik zo’n geweldig voorrecht. Weet je, we hebben bij de gaven van de Geest ook de gave van nieuwe tongen gekregen, waarmee je God kunt aanbidden met woorden die je zelf niet bedenkt. En dat is ook in ons gewone spreken in het Nederlands of in Drents, ook in nieuwe talen, je spréékt anders, omdat je anders gelooft en anders denkt. Omdat je anders hoopt en omdat je zó opeens, mensen, waarvan je dacht: wat een waardeloos karakter heeft die persoon, dat je opeens gaat bidden, ontdekken, beseffen: ‘wat zit daar een prachtig karakter in’. Met je geestesoog zie je dat daar een prachtig karakter in zit. En wat is het mooi om dat te ontdooien en dat gaat uitspreken en dat gaan doen. De Heer heeft gezegd: ‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw’. En Hij verlangt met heel Zijn wezen dat jij hetzelfde zegt. Ik ook! Heer, met U mee maak ik alle dingen nieuw. Ik heb niks aan oude conclusies. Ik heb er alles aan om nieuw te spreken, nieuw te denken, nieuw tevoorschijn te roepen. Vernieuwde mensheid is zó gaaf, ook om het in jezelf te zien gebeuren. Wat is het mooi om het Leven Gods te laten zien. Dus…., gaan we afwachten? Of nemen we het initiatief? Ik denk dat het antwoord wel duidelijk is. Geniet er van!!

Jan Fluit d.d. 18-12-2022

Alle preken