De Bazuin
Volle Evangelie Gemeente
Hoogeveen

Download de preek als PDF: Een beeld van schoonheid: Gods Waarheid in jou.

Een beeld van schoonheid: Gods Waarheid in jou.

Ja, fijn om hier te zijn. Eh, dat zeg ik elke keer. Maar ik heb me er wel heel erg op verheugd hoor om wat te gaan vertellen. Dat hadden jullie nog tegoed. Laatst hadden we de dienst met ‘Breda’ en ik had een preek, toespraak, verhaal voorbereid, dat ging toen niet door. Maar je krijgt altijd een herkansing, dus dat is vandaag. Dus ik heb me, de Heer zou zeggen, zeer verheugd om dat te doen. Vooraf, ik heb een verzoek, maar je kunt pas achteraf zeggen of je daar ook aan gaat beantwoorden. Ik wil niet dat de grootste indruk van vandaag is: "Wat was Jan geel (want dat ben ik), ik lijk wel een kanariepiet." Maar de woorden die de Heer spreekt dat dat de diepste indruk maakt. Want anders kan het toch… wat erg en wat … Ondanks alles gaat het heel erg goed met mij, en die goede dingen blijf ik graag delen. Ik wil het vandaag over jullie hebben. En dat is dit. Jaren geleden heb ik gesproken over cd’s en dvd’s. En het schoot me te binnen en soms is het helemaal niet verkeerd iets te herhalen, zeker met andere woorden. Maar ik wil het hebben over een cd, en niet heel technisch, want dat ben ik niet. Hoe alles precies werkt weet ik ook niet, maar wat ik wel weet, deze cd daar kan ik van alles opzetten. En ik heb gelezen en geleerd dat, want je kan wel zeggen er staat wel wat op of niet wat op maar dat zie je niet he? Maar in deze cd zitten putjes geslagen, en die putjes zijn bestemd om muziek (in het geval van dvd’s: foto’s, informatie) op te slaan. En dat zijn wij. ij zitten vol met putjes, met mogelijkheden waarin het belangrijk is dat je opslaat wat bij jou past en niks anders. Je gaat toch niet een cd vullen met dingen die je niet wilt, met wat leukigheid en wat narigheid ertussen? Nee, geen sprake van. We gaan onszelf vullen met lof, net zoals we de aarde gaan vullen met lof. Dat is niet misschien, dat gaan we doen. Dat past bij ons. Het is zo mooi dat je, waar je voor bestemd bent, van a tot z naar je toe mag halen en dat jij dat dan bent hé? Als het opgeslagen is, welk moment je ook kiest, je kunt het zo afluisteren, wat er opgeslagen is, wat er in zit. Wat zit er allemaal niet in jou? Wat ben jij niet? Hoeveel woorden heeft de Heer tot je gesproken en hoeveel heb je opgeslagen? Of zeg je: "Ja, ’t stiet in de biebel." Het staat in de bijbel, ik zal het even netjes in het Nederlands zeggen, want het maakt je zo mooi, een plezier om naar te luisteren. "Ik mag even mooie muziek opzetten, want daar wil ik van genieten." Nou, dat hebben we nu onderling al. Wat is het een genot om te luisteren naar elkaar, en dan Gods stem te horen, want dat heb je opgeslagen. Dat ben jij, dat is jouw leven, jouw identiteit, jouw schoonheid, zo prachtig, zo gaaf, zo volmaakt. Volmaakt kon in het verleden wel eens een beetje een griezelig woord kon zijn, zo akelig volmaakt, zo netjes en zo goed. Maar volmaakt, zo puur, zo rein, zo zuiver, en daar zijn we voor bestemd. En als we daarvoor bestemd zijn, dan willen we toch niet anders meer? Waarom zou je? En ik weet wel, er zijn tienduizend "ja, maars", maar het is aan mij of er ook maar één "ja maar" tussendoor komt. Daar ga ik over. En ik weet dat er iemand is die claimt dat het geldigheid heeft. Hij liegt, zo mooi dat Jezus dat duidelijk heeft gemaakt, de tegenstander. Hij liegt, de vader van de leugen, dus daar hoef ik never nooit in mee. En wat komt er dan tevoorschijn? Wat komt er uit jou tevoorschijn, uit jouw spreken? Ik heb elke dag en ook elke minuut de keuze. Hoe uit ik mij naar aanleiding van wat, gebeurtenissen, verleden, gewoontes? Ik heb de keuze om goed te doen, en dat werkt altijd wederkerig, toch? Wie goed doet, goed ontmoet. Maar het doet jezelf zó goed als je zegenend over de ander spreekt. Nou, je kunt ook zo zeggen dat je een andere een "ja maar" hebt over iemand. Nou ja, je kunt er van alles van zeggen, maar wacht even, ja maar, maar mijn God zegt: "Je hebt het over een prachtmens”. Zichtbaar? Niet altijd. Soms zie je er helemaal niks van, maar het maakte Jezus niet uit hoor, wat voor afkomst iemand had of wat voor gezegde. Iemand was een tollenaar, iemand was een blindgeborene, hij was een zondaar, hij was… Zo ging Jezus hen niet benoemen. Hij ging ze weer van origine benoemen, wie je bent. En daarom vind ik het zo prachtig dat je zonder enige terughoudendheid woorden Gods overneemt in jezelf, over de ander, want je maakt mensen daar zo mooi mee. Tenslotte, wij zijn onderdeel van die gemeente Gods, waardoor de schepping hersteld wordt. We kennen die teksten, maar wat is dat groot, dat het jou in handen gegeven is om de mensen te versieren. Wij zijn als een bruid die door het lam versierd is. Er valt heel wat te versieren, mooi te maken, gaaf, zuiver. En er staan nog wel wat teksten. Ik kwam van het één op het ander zoals gewoonlijk, en die is ook mooi, en die ook en die ook. Want het is zo’n schatkamer van wat we gekregen hebben. Maar Jacobus zegt bijvoorbeeld in 1 vers 21: "Neem met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan." Als het in jou geplant is, dan groeit het in jou en vanuit jou, hé? Dus laat nou alsjeblieft veel planten. En als je denkt: "Nou, dat boompje ziet er nog niet uit." Ik heb vanmorgen gehoord dat we hoopvol mogen zijn, nou dat ben ik zeker, zeker over jou als planting, maar ook over alles wat zich in buiten deze zaal bevindt. Denk niet klein. Misschien, er zijn heel veel mensen die denken wel groot over God, maar recht evenredig denken ze klein over zichzelf. Want ja, God is wel groot, gróót, Hij is gróót, almachtig groot. En jij dan? Je bent van Zijn aard, van Zijn geslacht, van Zijn gestalte, van Zijn gedachtenwereld. En dat één maken mét, maar wat ik dan zo mooi vind, is dat er ook staat dat je het met zachtmoedigheid aanneemt, dat zacht van gemoed, ontvankelijk, zuiver. En als je het aanvaard hebt, hoort dat bij je bagage. Ik zat de laatste tijd nog eens na te denken over, och, mensen, wat in de loop van de jaren de Heer niet aan cadeaus aan mij gegeven heeft, enorm. Zoveel mooie gedachten, zoveel mooie mensen, zoveel steun, zoveel van er altijd zijn als er van alles is. Wat een rijkdom. En dan de Heer vooraan, die naast je staat. Een tekst die ik de laatste weken veel bij me had, dat Jezus zegt ten aanzien van ons: "Ik heb voor jou gebeden." Niet dat het wel meevalt en dat mensen om je heen wel vriendelijker worden, want men is chagrijnig, en dat ze zich wat beter gedragen. "Ik heb voor jou gebeden dat jouw geloof niet bezwijkt." Want dat is de kern, daar draait het om. Als ik Hém geloof, is dat de kern waardoor ik sta. En niet door toevallige omstandigheden, een betere dag, mindere dag, ik merk dat er met God geen mindere dagen bestaan. Lichamelijk had ik deze week wat mindere dagen, maar mijn relatie met God was totaal niet minder. En dat is je zo gegund, dat geeft je leven kleur. Want dat vind ik ook zo mooi van een cd, ik weet niet of je het kan zien, maar er zitten kleuren in, alle mogelijke kleuren, veelkleurigheid Gods dat die openbaar wordt, door wie? Door Jezus, ja maar thans door middel van de gemeente. Da’s mooi, ‘t is allemaal zo grijs. Nou, laten wij nou de kleur zijn, mensen zijn die kleur geven aan de schepping, in navolging van Jezus. En dat denk ik “Ik heb gebeden dat uw geloof niet bezwijkt”, maar ons grote voorbeeld, Zijn geloof bezweek niet hé? Dat zat niet vast aan "ja, maar er zijn ook machten, en er is ook tegenstand, en het gaat niet vanzelf" en al dat soort dingen. Hij geloofde het niet. Hij hoorde het niet van zijn Vader dus Hij geloofde het niet. En als je daarin meekomt en dat ziet, want ook dat zien, ik zei al op die cd, als ik dat laat zien, ja die kleuren, prachtig maar wat erop staat. Ik kan het vertellen, jullie kunnen dat geloven of niet, maar dat kun je niet zien. Maar wat heb je nodig om het zichtbaar te maken? Een laserstraal hé? Met een laserstraal maak je het zichtbaar, hoorbaar. En het kenmerk van een laserstraal is dat het heel gericht is, hé? Heel gericht op dat punt wat op dat moment hoorbaar gemaakt wordt. Dat secuur gericht zijn op de dingen van Vader. Jezus zei dat al als jongen van 12 jaar, dat is toch bijzonder? "Ik moet bezig zijn met de dingen van Vader." Dat was zijn leven, zonder dat kon Hij niet. Nou, ook wij, heel gericht op wat de Vader gezegd heeft. En er zijn een heleboel dingen die je je herinnert omdat Hij dat tegen je gezegd heeft, en er komen steeds meer bij. Ik heb, omdat het in de Naardense vertaling stond… even op de telefoon… even zoeken… Naardense Bijbel... dan ga ik naar Efeze hoofdstuk 3. Sommigen zijn hier heel snel mee en anderen iets minder snel, waaronder ik. Want ook in de andere vertalingen staat het heel mooi. Maar ik vond de Naardense vertaling... soms zijn er van die woorden die treffen mij in elk geval dan nog meer. Ik begin maar gewoon bij het begin, hoofdstuk 3 vers 1: Dankzij dit ben ik, Paulus, de gevangene van de Gezalfde van Jezus voor u, de heidenen, als ge tenminste hebt gehoord van het beheer van Gods genade die voor u aan mij is gegeven. Even een kleine tussenstop: "het beheer van Gods genade," dat is toch mooi? Paulus zegt: "dat is aan mij gegeven, dus daar ga ik over”, ook tegen jou; je beheert datgene wat God je gegeven heeft. Dat door openbaring aan mij, het heilsgeheim bekend is gemaakt, -zoals ik eerder in het kort al schreef-, waaraan ge, wanneer ge dit leest, u mijn inzicht kunt voorstellen in het heilsgeheim van de Gezalfde. In andere generaties is het niet zo bekendgemaakt. Het is ongekend, de geestelijke wereld, je plek, de positie die je hebt om te leven in het koninkrijk, maar daarin zelf ook een voorbeeld mag zijn. In andere generaties is het niet zo bekendgemaakt aan de zonen en dochters der mensen, als het nu door de Geest geopenbaard is aan zijn heilige apostelen en profeten. Er staat: "het is ongekend wat nu tevoorschijn gekomen is," dat heidenvolkeren mede-erfgenamen zijn, mede-lichaam en mede-deelhebbers aan de aankondiging in Christus Jezus door middel van de evangelieverkondiging, waarvan ik een bediende ben geworden. Dat is mooi. In deze gemeente valt me altijd op dat er in het natuurlijke heel veel dienaren zijn; mensen rennen bijna om het hardst om je van koffie te voorzien. Maar een ander bedienen, dat schijnt de mensen in het bloed te zitten. Dat is mooi, maar er is een andere bediening dan koffie schenken: de bediening dat je een ander dient met wat? Met troost, met liefde, omdat je het gehoord hebt en omdat het een deel van jezelf geworden is. Je praat dus niet over iets afstandelijks, maar over iets van jezelf wat je meedeelt. En dat is ten gevolge van de gave van Gods genade. Dat zit dus ook niet op flinkheid: "Ik kan dat en jij kan dat niet. Ik ben zo ver en jij niet." Het is als gevolg van de gave van God die aan mij is gegeven, ten gevolge van de inwerking van zijn kracht. Je ontdoet het dan ook van zwaarte. "Hoe moet ik dat nou? Hoe moet ik nou putjes slaan?" En hoe lastig? Nee, wat een geschenk! En altijd, als ik dat als uitgangspunt neem, merk ik dat het leeft. Als ik als uitgangspunt neem: "Ja, dat is wel heel weerbarstig, wat iemand doet of zegt, of als het zo gezegd wordt, hoe moet ik daar dan mee omgaan?" Die afslag nam Jezus nooit. Aan de hand van wat er gebeurde, hoe Hij nou moest handelen, Hij nam de afslag aan de hand van wat Vader zei. Daarom waren zijn antwoorden ook altijd zo klaar en helder. Met wie Hij ook sprak - farizeeën of slecht geleiden -zij brachten hem, ze probeerden hem in verlegenheid te brengen. Want ja, hoe moet je daarmee omgaan? En als je dat zegt, en je hebt gezegd: "zo en zo." Als Hij daarop ingegaan was... Dat deed Hij niet. Weet je wat Hij deed? Helder vragen stellen: "Hoe zit het eigenlijk?" En dan gaven ze het antwoord, wat hen vervolgens niet aanstond. Maar als Hij zegt: "Wat is het belangrijkste gebod?" Dan zegt Hij: "Nou, ook eigenlijk heel eenvoudig, hé? Het is altijd al gezegd: Heb de Heer uw God lief boven alles en uw naaste als uzelf." Nou, dat was eigenlijk niet wat Hij moest doen, want Hij moest andere dingen, wetten, regels gaan opleggen waaraan mensen zich moesten houden. En als ze dat deden, dan, nou, dan waren ze wat. En het probleem was... Paulus zag dat later ook: dat was het nou juist niet. Want als je het op die manier probeert, nog beter je best doen. Er gaan mensen aan kapot. Maar dan had je leidslieden die gewoon, het is vaker gezegd, zeiden: "Vervloekt is de schare die er wet niet kent." Je zal zulke leidslieden hebben... Het is toch afschuwelijk? Terwijl als je leeft door de Geest... Wat een vrijheid! Over dat grootspreken over jezelf... Hij zegt, Paulus: "Aan mij, de minste van alle heiligen." Vind je het niet mooi? Paulus, de minste van alle heiligen, want het is niet uit hemzelf. Dat had hij geprobeerd, en daar heeft hij later van gezegd: "Ik zet het bij het vuilnis." Aan mij, de minste van alle heiligen, is deze genade gegeven: aan de heidenvolken het evangelie te verkondigen van de ondoorgrondelijke rijkdom van de Gezalfde. Dus als je denkt: "Ik ben misschien wel de minste," haal dan deze tekst naar je toe, want het is je gegeven. En als het je gegeven is, dan is het van jou. En als het van jou is, dan is het heel goed om daar dankbaar gebruik van te maken, want daar worden de heidenvolken beter van. En in het licht te stellen hoe het beheer is van het heilsgeheim dat van eeuwigheden af verborgen is geweest in God die alles heeft geschapen. Er is een heilsgeheim, maar het was verborgen, dat is een ellende. Als er wel heilsgeheim is, als er wel prachtige woorden over jou en over je medemens zijn, over schepping, over toekomst, over leven Gods wat zich in de volle breedte gaat openbaren, als het er wel is, maar het is geheim, dan doet het niks. Er was iemand nodig die dat openbaarde: dat was Jezus. Er was iemand nodig, dat was Paulus. En er is iemand nodig, dat ben jij. Mensen hebben intens behoefte aan waarheid; ze snakken naar waarheid. En dan komen ze jou tegen, en dan staat het opeens voor hun: Wat? Waarheid Gods. Leven uit geest van God. En de tegenstander heb je dan nog. Nou, zegt Paulus: "Opdat nu aan de overheden en gezagsdragers in de hemelse regionen, door middel van de vergadering bekend wordt, de veelkleurige wijsheid van God." Maak het hem maar duidelijk. Je bevecht de tegenstander ook niet met "ja, maar, en zo vervelend, ik heb er zo last van." Je bevestigt het door waarheid te openbaren. Jezus deed dat; die snoerde hem de mond met Zijn waarheid, met Zijn wezen, met Zijn cd's, met datgene wat Hij opgeslagen had en opsloeg van Vader. Want Jezus had dagelijks contact met Vader. Nou, is het niet alleen van: "Hij ging binnen." Het was Zijn uitgangspunt, Zijn adem, Zijn bloed, Zijn leven. Dat was overeenkomstig het voornemen van eeuwigheden her, dat hij heeft verwerkelijkt in Christus Jezus. Al die jaren... nadat de leugenaar zijn intrede deed met zijn vuile smoesjes over: "God heeft zeker wel gezegd..." God heeft zeker wel gezegd... Al die tijd was het in bewerking dat het tevoorschijn zou komen, dat het spreken Gods dat Hij van beginne bedoeld had, dat de mens gezegd werd over de schoonheid van de mens en de puurheid en de zuiverheid en wat het niet was, dat het gezuiverd zou worden. Het voornemen lag er, en het voornemen wordt geopenbaard door zijn cd's, door wie wij een vrijmoedige toegang hebben, vol vertrouwen, vanwege zijn geloof. Mijn geloof toch ook? Ja, maar het startpunt is altijd Zijn geloof. Wat gelooft Hij, niet van: "Kan ik dat wel geloven?" Doe niet. Geloof met hem mee en wat komt er dan niet tevoorschijn. Daarom bid ik u niet moedeloos te worden in mijn verdrukking ter wille van u,- dat is uw glorie! Dat is ook een mooie vertaling: er is verdrukking, dat is nou vervelend. Nou nee, zegt Hij: "Wat naar me toe komt…, ik laat me niet onderdrukken, ik laat het meegelden voor wat jij bent, want we zijn nooit meer de onderliggende partij." Iemand zei een keer: "Nou ja, kijk, de geestelijke wereld... Dan lig je te vechten met de boze en dan ligt hij een poosje boven en dan jij weer..." Echt niet! Nooit! Nooit! Ga er niet in mee. Wees heel resoluut wat dat betreft. Je bent vrij. Je bent verlost. Zelfs op een mindere dag... Maar ik vind eigenlijk dat je die niet moet hebben... Maar jij bent verlost. Van wat? Van alles! Er is zo'n liedje van Elly en Rikkert: "Ik maak je los van alles wat je bindt en geef jou het kleed van een koningskind." Dat ben je! En de dingen waar je tegen te vechten hebt, de vechtpartij is zomaar over als Jezus erbij is. Ik herinner me een keer dat onze schoonzoon zijn broertje in het nauw zag gebracht worden; ze begonnen hem te slaan. Hij zegt, en toen zag hij mij om de hoek komen. Hij stond daar heel bedeesd, maar toen zag hij mij komen, toen kwam hij helemaal overeind. Want ja, dat was zijn broer, en dus was er niets meer aan de hand. De anderen zagen het ook. Nu moet je weten dat mijn kleinzoon helemaal niet zo'n fors persoon is; hij is een betrekkelijk kleine man, maar hij maakte een geweldig grote indruk, dus dat! Maar als ik samen met Jezus ben... Paulus heeft ook dat duidelijk gezegd he? "Wie kan ons scheiden van de liefde Gods?" Wie, dat is uitdagend, hé? Dan noemt hij een hele serie op, weer uitdagend, en dan zegt hij uiteindelijk: "Noch enig ander schepsel." Sla dat putje he? Voor jezelf. Mooi dat Paulus het zei, prachtig, maar ook voor jezelf: wij willen niets te maken hebben met minderwaardigheid en veroordeling en onderdrukking en ergernis. Dat maakt je zo lelijk, en een ander ook. Dus nee, maar als een ander het niet goed doet? Doe jij dan goed. Je hebt het volste recht om goed te doen, om goed te spreken. Je hoeft niet verkeerd te spreken over een ander. Je hoeft niet eens te zorgen dat de ander beter gaat spreken zodat ik ook verder kan. Ik ben niet afhankelijk van het geloof van een ander, maar afhankelijk van het geloof van God. Tegelijkertijd, op een mooie manier zijn nwe ook weer afhankelijk van elkaar, hoe je elkaar steunt. Maar niet als dat wegvalt, dan ben ik weg, heb ik niks meer. Nee. Dankzij dit buig ik mijn knieën voor de Vader, uit wie alle vaderschap in hemelen en op aarde naam mag hebben, en bid dat hij het u zal geven dat ge, overeenkomstig de rijkdom van zijn glorie, in de inwendige mens met kracht wordt versterkt door zijn Geest, en dat door het geloof de Gezalfde zijn huis zal vinden in uw harten. Wil je dat alsjeblieft onthouden? Een huis vinden in je hart, bij u die in liefde zijt geworteld en gegrond, opdat ge sterk genoeg zult zijn om samen met alle heiligen te bevatten wat de breedte, lengte, hoogte en diepte is, en om de alle kennis overtreffende liefde van de Gezalfde te kennen, opdat ge vervuld moogt worden tot aan heel de volheid van God. We gaan niet voor het laagste hé vandaag en nooit meer, we gaan voor het hoogste: tot al die volheid van God. En dat is niet een vrome wens, dat is realiteit. Het is ook niet voor over vijf jaar of zo, of later in de hemel. Nee, het is voor nu, in de hemel, voor altijd en voor iedereen. En aan Hem, die ten gevolge van de kracht die in ons werkt bij machte is om meer dan overvloedig te doen boven alles wat we bidden of denken, aan hem zij de glorie in de vergadering en in Christus Jezus, tot in alle geslachten (hóór je?) van de eeuwigheid der eeuwen. Amen! Dat wilde ik ook bijna zeggen. Want weet je, het is dan zoveel en het valt me op, van de week had ik een aantal slapeloze nachten en toen heb ik naar mezelf liggen luisteren, naar mooie preken. Als ik toch wakker lig, dan kan ik toch iets moois luisteren. En wat mij opvalt: als ik spreek en als ik dan stop, dan ga ik nog weer vijf minuten door, omdat dat ook leuk is. Dat ga ik vandaag niet doen. Ik ben blij met de Heer, met jullie, en ik ben blij om Zijn CD te zijn, toch? Ja, en Jezus die zegt van “Vader ik wil dat zij zijn waar ik ben." Nou, en of! Ja, zeker weten. En dat is zo. Moet je je voorstellen hoe Hij zit te genieten van het feit dát we er nu zijn hé dat we daar gekomen waar Hij ons wilde hebben.

Ik ga danken. Hartelijk dank Heer voor wie U bent, wat U zegt, wat U gelooft, voor wat er van ons geworden is en nog worden zal. Want volkomen gaaf zijn we: puur, zuiver, onschuldig. Maar het hele proces van leven gaat door Heer, en elke fase, het is prachtig wat U bedacht hebt, wat U geeft. Het is heerlijk, Heer, dat U de putjes, de mogelijkheden waarin we dingen kunnen opslaan, dat U ze vult met Uw lof, met Uw heerlijkheid, met Uw woorden, met Uw verklaring van reinheid, met Uw troost, met Uw nabijheid, met Uw heling. Zoveel en zo mooi. Maar wat ook zo prachtig is, Heer, is dat U het aan ons toevertrouwt. Dat wij precies datzelfde doen bij onze medemens. Hoe, wat en wie en waar dan ook. Heer, wat een bron van zegen bent U! En wat een bron van zegen bent U, en wat een bron van zegen zijn wij met elkaar, door U. Wij hebben het maar wát getroffen Heer, met zo'n evangelie, met zoveel aan leven. En dat gaat maar door, en dat gaat maar door. Ach Heer, we blijven genieten, we laten anderen meegenieten, en zo komt leven in al zijn kostbaarheid tevoorschijn. U alle lof.

Jan Fluit d.d. 07-07-2024

Alle preken