De Bazuin
Volle Evangelie Gemeente
Hoogeveen

Download de preek als PDF: Geloven in groei, het leven door de Geest.

Geloven in groei, het leven door de Geest.

Ah, heerlijk jullie te zien van deze kant. Fijn om zo lekker bezig te zijn met dingen die goed zijn en die bij je passen, en waardoor je je gelijk thuis voelt, want dat vind ik een kenmerk van het Koninkrijk van God. Het is al gezegd vanmorgen: geen opsmuk, maar gewoon je echte, pure zelf. Ach, waar vind je dat nog? Dat je de ander soms ook mag helpen. Wees jij maar gewoon jij, want jij mag er zijn zoals jij bent. Dan denk ik: Wat heeft Vader dat verlangd, en wat blijft Hij dat verlangen, dat mensen toch maar gewoon echt, eerlijk mogen zijn. De maskers af, dat is van Elly en Rikkert, hè? Dan zien ze je gezicht, dan zien ze wie je bent of dat nou met verdriet is of met blijdschap. Wat wij eigenlijk aan het doen zijn, dat is in overleg en ook wat naspeuren: hoe zit dat nou toch bij God en hoe zit dat bij Jezus in Hun bezig zijn met een zoektocht naar mensen. Jezus kwam op aarde en Hij wilde God bekend maken, en Hij kwam in een religieuze wereld terecht waar eigenlijk, dachten ze, genoeg over God bekend was. Want God wilde dit en wilde dat niet, en zus niet en zo niet, en dat weer wel. En als je dat allemaal precies doorhad, ja, dan kwam je in de buurt van de volmaaktheid. En tegelijkertijd kregen ze voortdurend te horen dat wat ze deden niet goed was, fout, ze zaten ernaast, ze begrepen het niet. Voortdurend die boodschap. En ondertussen ging Jezus maar gewoon stug door met te vertellen hoe het wel zat, en dat deed Hij door lief te hebben. Of ze Hem nou liefhadden of niet, of ze Hem begrepen, ze begrepen Hem vaak niet, Hij had lief en bleef liefhebben. Ze sloegen de plank vaak finaal mis. Dan kun je zeggen, ik kan me voorstellen dat Jezus op een gegeven moment zegt: "Laat maar zitten ook, ze begrijpen het toch niet, ze hebben het niet door. Waar ben Ik nog voor bezig?" Bovendien kreeg je een tegenbeweging van mensen die Hem al helemaal niet zagen zitten, want het was absoluut niet volgens de bedachte regeltjes. En Jezus, ondertussen, ging maar gewoon door. Met wat. Het belangrijkste wat Hij deed, was zichzelf laten liefhebben, want anders had Hij het nooit gered. Hij liet zichzelf liefhebben, en dat hoorde Hij elke dag van Zijn Vader. Dat was Zijn vaste keus: Ik ga met Vader om, Ik wil dingen van Vader gehoord hebben. En het doel is dat prachtige leven, en dat hebben ze vaak ook tegen elkaar gezegd, Hij en Vader: dat prachtige leven dat we samen hebben, dat is niet voor twee bestemd, dat is voor iedereen bestemd. Voor al die dwarsliggers, en al die meningen en al die gedachten. En toch, en toch, Jezus, Zoon van Me, toch gaat dat waarheid worden, en Jij bent daar de aanzet toe. Dus als Jezus later een keer zegt: "Blijf in Mij, gelijk Ik in u," dan was dat daar de weerslag van: bij elkaar blijven, bij Degene blijven die in Zijn volle liefde voortdurend tot jou spreekt, over jou spreekt, terwijl plannen zich ontvouwen. In het Oude Testament al, God wilde zo graag dingen duidelijk maken, en dan zocht Hij profeten, en die snapten Hem voor een deel, en voor een ander deel waren ze aan het speuren, ik hoor het spreken van Gods Geest, maar wat is nou precies daar de bedoeling van? Sommigen begrepen het helemaal niet, zagen de boodschap, ze waren wel profeet, maar dan wilden ze wel een boodschap brengen die bij hen paste. Dus Jona krijgt op een gegeven moment een opdracht: ga naar Ninevé, en dat ligt die kant op. Nou, zegt Jona, weet je wat, ik ga de andere kant op, want dit is een opdracht die ik niet ga doen. Het was eigenlijk ook een nare opdracht. Ninevé moest op de kop. Nou, of dat nou zo'n mooie boodschap is: als ik volgende week een boodschap in Zwolle moet brengen dat Zwolle op de kop gaat als ze zich niet bekeren… Nou, op een gegeven moment ontdek je dat de waarheid van de boodschap is: alles lag op de kop, alles lag verkeerd-om in hun gedachten. Het moest overeind komen, dus het moest over de kop. Wat ze dachten, daar afscheid van nemen. Nou en dan krijg je een heel verhaal, maar dat ga ik niet helemaal doen, maar Jona in de walvis en weer op het droge, we kennen het. En dan komt God, logisch, met dezelfde boodschap. Want God komt altijd met dezelfde boodschap, want bij Hem is geen verandering of zweem van omkering, zo betrouwbaar als maar zijn kan. Dan gaat Jona toch naar Ninevé om de boodschap te brengen: alles gaat over de kop, dus het is belangrijk dat je eraan meewerkt dat het ook over de kop gaat, dat het omgedraaid gaat worden hier, bekering heet dat. En toen had hij het op een gegeven moment geweldig voor elkaar. Hij geloofde wel in zijn eigen profetie, alsof hij het zelf bedacht had. Hij zat op de heuvel te kijken, te kijken naar wat? Dat daar een stad in de verwoesting ging. En zo mooi, toen kreeg hij zijn eigen privé-wonderboompje. Wij hebben inmiddels ook weer een wonderboom geplant, je kunt nog niet echt in de schaduw zitten, maar met een beetje geluk wordt die toch wel een meter of twee hoog elk jaar, een prachtige plant. Maar Jona zat daar te zitten, heerlijk voor elkaar, lekker in de schaduw, geen last van de zon, ha wat heb ik het toch voor elkaar. En wat ben ik toch een fijne profeet, wat heb ik het toch precies mooi verteld aan de mensen daar. Er staat letterlijk dat hij er zich zeer over verheugde, over die wonderboom, over zijn wonderboom. Maar, ik zeg het maar even grof, de rest gaat naar de bliksem, maar ik zit goed. Ik zit safe, want ik heb het goede evangelie, ik heb de waarheid, en de ander... Ja, ik heb wel eens iemand letterlijk horen zeggen, dan hadden ze maar moeten luisteren, want ja, jij hebt dan de waarheid verteld. En hij zit daar en, och wat erg, dan gaat het wonderboompje dood. Dat is nou toch sneu, niet dat daar een hele stad de verwoesting in gaat, zoals jij verwacht, maar jouw wonderboompje, jouw waarheid, jouw evangelie, jouw schoudervulling, jouw wel weten hoe het is en hoe het hoort. Hij had zich zeer verheugd over zijn wonderboompje, en dan is hij zeer vertoornd. Met andere woorden, want zo zeggen we dat tegenwoordig niet meer, hij was hartstikke kwaad dat die boom zomaar dood was gegaan. En die zon stak zo op zijn hoofd, oh, wat is het toch allemaal verschrikkelijk erg. Dan komt God bij hem en Hij zegt: "Ben je terecht kwaad?" Mooie vraag hè? Is het nou terecht dat je kwaad bent over jouw wonderboom? Wat heb je aan die hele wonderboom gedaan? Helemaal niks. Je hebt hem niet laten groeien en nou is ie weg. Je hebt er helemaal niks aan gedaan, en dat vind je allemaal erg. Maar dan die stad, met al die mensen, al die verdwaalde mensen. Hoe zit het toch, Jona? Hoe zit het toch met je gedachtenwereld? Wat houdt waarheid voor jou in? Jona is een boek met een open eind, er staat niet aan het eind "ze leefden nog lang en gelukkig" of zo. Maar het is zo prachtig hoe God dan op dingen ingaat en laat zien met waarheid. Hoe wil je nou waarheid bij mensen krijgen? Ja, door heel veel te vertellen, heel veel te zeggen? Nou, Jezus deed het door waarheid te zijn, en de waarheid was, “mens, je kan het niet zo stom aanpakken of Ik blijf van je houden”. Ik blijf achter je staan, Ik blijf de keuze maken om voor jou te zorgen. Ik wil dat de zaken bekeerd worden, dat het weer overeind komt, en dat het niet in het teken staat van hoe slecht en verkeerd en zondig allemaal, maar hoe het echt kan. En daarmee kom Ik met een levend bewijs: en da's mijn Zoon, want die laat zien hoe leven ook kan zijn. En die Zoon zelf zegt dan: "Dat leven wat Ik laat zien, moet je goed luisteren, dat is nu precies het leven wat Ik voor jou bestemd heb”. Niks verheffen boven, maar ga staan naast, houden van, het zien zitten ook al snapt de ander er nog geen biet van. Als het gaat over de Heilige Geest, dan zegt Jezus op een gegeven moment, en wat had Hij al veel gezegd en veel laten zien: "Ik heb jullie nog veel te zeggen, maar dat kunnen jullie nog niet dragen. Maar als Hij komt, de Heilige Geest, dan gaat Hij jou leren, nog niet in één keer alles klaar, dan gaat Hij jou leren en te binnenbrengen alles wat Vader denkt en gelooft, en wat Ik gezegd heb. Dan ga je leren, dan ga je wennen aan een heel andere manier van denken. Als het dan gaat over regeren, dan wordt dat een heel andere vorm van regeren. Jezus heeft het zo prachtig verwoord, ik vind het nog altijd schitterend, als het op een gegeven moment gaat over Johannes en Jacobus, dan komt de vraag: mogen die zitten aan je linker- en aan je rechterhand in het Koninkrijk van God? De eerste en de tweede plek. Want, nou van Johannes, logisch toch. Dat was de discipel die Jezus liefhad, en dan denk ik, die anderen niet dan? Maar dat die de eerste en de tweede plek kregen, en dan de rest, die is er een beetje nijdig over. Waarom? Nou zij wilden de eerste en de tweede plek. Want ze krijgen later een discussie van: "Jongens, wie van ons is nou eigenlijk de meeste?". Eigenlijk zou je het gesprek hebben moeten horen. "Ja, want ik heb toen wel dat gezegd, en ik heb dat gedaan, dus wel de eerste en de tweede plek”. En dan vind ik het de kunst van Jezus, en dat vind ik ook zo mooi dat we dat aan het ontdekken zijn, Jezus is ons levend voorbeeld zingen we, ons levende model van hoe je dingen ook kan doen. En Jezus had kunnen zeggen: "Stelletje opscheppers, wat mankeert je toch? Doe eens een keer normaal, waar slaat dat nou op, praten over wie de meeste is" Eigenlijk zegt Jezus: "Ik vind het een fantastische discussie. Wie de grootste wil zijn, ga vooral zo door, ga ervoor om de eerste te zijn. Er is behoefte aan mensen die de eerste willen zijn." En het kenmerk van die mens, zegt Hij, die de eerste wil zijn, is aller dienaar. En dat vind ik zo'n levenskunst, dat is echt levenskunst. Dat je op een gegeven moment niet zegt: "Waardeloze meningen, en dàt deugt ook niet," maar dat je het omdraait ten goede: "Ja, ga er maar voor, om de eerste te zijn." Er is in deze wereld toch dringende behoefte aan mensen die de eerste willen zijn. En nu kan ik gaan bidden, samen met jullie, voor onze regering, dat zij die houding gaan aannemen. Doen we niet, dan zoek je het veel te ver weg. Want het Koninkrijk van God, dat is binnen in jou. Het gaat altijd over jou. Als je erg druk bent met de ander, Jezus heeft daar ook een voorbeeld van gegeven: "Ach, jong, wat gaat dat jou aan, die ander? Volg jij Mij nou maar." Dat vind ik zo schitterend, de manier waarop God meewerkt aan het eerste willen zijn. Dat doet Hij bij jou op exact dezelfde manier als bij de eerste Zoon, bij Jezus. Geboren worden vanuit liefde, een vrucht zijn van liefde. Onthoud het goed: vruchten, goede vruchten, ontstaan alleen vanuit liefde. Dus alles, ook wat er op het christelijke religieuze erf gebeurt is aan dwang en elkaar bekijken, niet helemaal goed, en je hoort het zo te zeggen. Man, schei uit. Als dingen uit liefde gebracht worden, dan vind je daarin jezelf terug, want dat dwingt niet, en dat dringt niet, en dat keurt niet af, en dat veroordeelt niet. Jezus heeft die dingen allemaal stuk voor stuk gezegd. "Ik hou van jezelf." "Ja maar, ik heb wel dingen verkeerd gedaan." Maar het mooie is, de dingen die verkeerd gegaan zijn, daarvan heeft Hij gezegd dat die horen op Zijn schouders en niet op de jouwe, op Zijn schouders. Het is Zijn intense liefde, Zijn vermogen waarmee Hij jou benadert en je tot een echt mens maakt. En vanuit die basis zei Jezus het volgende: "Ik leef door de Geest, nou dan jij ook." En dan blies Hij op hen, hè? Dat doet Hij toch ook op jou? Zijn adem, Zijn pneuma, Zijn beweging, Zijn Geest, Zijn leven, daar vervult Hij je mee. Ik zat eens te denken, want voorbeelden kloppen soms maar voor een gedeelte, maar ik zat zo te denken: er zijn veel christenen die zitten vaak hun leven lang te zwoegen met ben ik nou zondaar af of niet? Want het lukt allemaal niet zo goed, want laatst ging het ook al mis en sommige dingen, ik kan er niet zo tegen, van dat soort dingen, hè. En ik heb veel meegemaakt en noem maar op, en in die kaders wordt dan ongeveer bepaald of je nou wel of niet leven kan. Jezus doet dat veel radicaler. Hij zegt: "Zonden, wég, wég, zover het oosten van het westen is, Ik doe het van je. Ik doe dat". Dus dat is niet jouw prestatie en jouw moeite. Ik doe dat, want Ik wil dat je leeft, niet de hele dag langs de zelfkant van de gedachte: deug ik nou wel of deug ik nou niet? Je deugt, mens, je deugt, je mag er zijn zoals je bent en je bent ook geen product van je verleden zoals vaak gezegd wordt, of een product van de situatie waaruit je komt. "Ja, maar het heeft wel consequenties." Nou, en of. Daarom bevrijdt Hij ook. Daarom zegt Hij ook: "Ik doe uit je midden weg wat niet deugt en Ik geef je een nieuw soort van leven." En ik zat zo te denken, want Hij gaat een stap verder. Hij vergeeft je je zonden, Hij geeft je de ruimte, Hij doet weg wat niet deugt en dan, alsof dat niet genoeg is - en het is ook niet genoeg - dan geeft Hij van Zijn eigen Geest aan jou. Dan staan er in de Bijbel prachtige dingen. Ik was in de verleiding, in de voorbereiding, om een hele serie te noemen, maar ik doe het niet, je mag ze zelf opzoeken, maar zoveel dingen die Hij aan jou toeschrijft. "Ik geef mijn Geest aan jou, niet met mate, royaal, overvloedig." Ik ga dat vergelijken met een tuin. Jan jij een voorbeeld over een tuin? Ja, als je nou een tuin hebt met allemaal doornen en distels, dan is het verlossingswerk van Jezus: al die doornen en distels verwijderen. Wegschoffelen, want dat hoort niet in je tuintje. En hij schoffelt, en hij schoffelt, en hij schoffelt. En het grappige is, ik vertel niks nieuws. Ik ben geen Jan van Schoffelaar. Ik hou niet van dat eindeloze geschoffel, want wat heb je dan? Een kaal tuintje, maar geen doornen en distels meer. Dat is mooi, maar is het daar nou voor bedoeld? Kom op, die ruimte is bedoeld om tal van prachtige mooie planten te laten opschieten, elk naar hun aard. Cootje liet me vanmorgen weer een serie foto's zien van hoe dat bij haar gaat, en ik moet zeggen, ik vind het prachtig. Ik vind het zo, zo schitterend dat iets tevoorschijn komt dat de ruimte heeft om te gaan ontwikkelen. En jij, mooi mens, zit boordevol van die prachtige dingen, en wij, mooie mensen, gaan ontdekken dat dat elkaar geweldig aanvult. Daarom is de meeste zijn ook zoiets raars, want een Vergeet-me-niet, vergeet het maar niet, wordt nooit een zonnebloem, nooit. En het is zo klein en teer, en ze zijn beide prachtig. Jij bent prachtig, en de dingen die God in jou gelegd heeft, Hij vindt het zo mooi dat dat eruit komt. En of het eruit komt heeft vaak te maken met geloof. Dus het belangrijkste is: ben ik een gelovige? En ook heel belangrijk is: en wie geloof ik? Want dat kan een dag maken of breken, of niet soms? En ik kan zelfs geloven dat dat soms wel goed gaat, en soms niet goed, maar ik kan er niet tegen dat het eigenlijk normaal is dat we zeggen: "Nou, we hebben allemaal wel eens een slechte dag." Want... Slechte dagen horen niet bij ons. Wij horen toe aan het leven, en onze mond is bedoeld om Gods lof te zingen. En Gods lof zingen, dat doe je nog het meest door te vertellen hoe prachtig de mens is, want dat is Zijn heerlijkheid. Jij bent vertegenwoordiger van wat Hij is en van wat Hij gelooft. Van daaruit geloven, al is het maar een kiempje, maar iedereen die van de natuur houdt, houdt ook van kiempjes. Het komt op, het komt op, ja het is maar een beginnetje, niks maar een beginnetje. Wat een prachtig begin. En dat geloven, en dat stimuleren in elkaar, ook niet dat doodslaan. Je bent nog maar… Oh, wat zijn er veel dooddoeners. Ik wou haast zeggen geweest. Wat zijn er veel dooddoeners die weer vertrappen wat net zo mooi aan het worden is, wat er altijd al in zat, in dat zaad. Wat heeft God dat verlangt! Dat mensen niet alleen blij zijn met het feit dat ze verlost zijn van de narigheid, maar dat ze bestemd zijn tot heerlijkheid. Ikke? Ja, jij! Nou, misschien op den duur, niks op den duur… wat kun je genieten van mensen die niet geloofden in zichzelf, en dat ze op een gegeven moment voor het eerst iets laten blijken dat ze het wel zijn gaan doen. Dat ze durven aanvaarden dat ze mooi zijn en dat ze durven aanvaarden, “Ik hoef me helemaal niet waar te maken”. Ik ben waar, ik ben geliefd, ik ben gezien. En dan een ander als voorbeeld zien, ja prachtig. Maar probeer die ander maar niet na te doen, hoor, dat lukt je niet. Je wordt nooit die ander. Maar er is een hele grote behoefte aan 'jijzelven', aan mensen die zichzelf zijn en die geleerd hebben om met God mee te kijken en zo Zijn wezen te openbaren, zoals Jezus dat deed. Want alles wat Jezus zei was oorspronkelijk, van den beginne, hartstikke origineel, en zo scheppend en zo gaaf. Ja, dat je dan met elkaar gelooft dat je van Zijn Geest ontvangen hebt, ja prachtig. Maar dat uitleven, uitleven wat Hij in jou gelegd heeft, en dat meedelen aan een ander, ook aan die ander vertellen, laten horen en laten zien hoe waardevol die ander is. En dan menens hè, niet van 'nou ja, we horen dit of dat te zeggen'. Schei uit, niks geen wetten en regels meer, er zat geen grammetje leven in. In Romeinen zegt Paulus: "Wie beheerst wordt door het aardse, streeft naar aardse zaken, maar wie beheerst wordt door de Geest, streeft na wat de Geest wil." Dat vind ik zo mooi. Met dat aardse is niet dat je niet genieten mag van het gewone alledaagse leven, maar dat wat je beneden houdt, waar je zo druk mee moet zijn en waar je je zorgen over moet maken en wat verkeerd is en die heeft verkeerd… en die heeft verkeerd… Dat je daar nou lekker afscheid van neemt. Het zal wel dat dat zo is en als het zin heeft, doe het maar. Maar die zinloze dingen om overal een mening over te hebben en ondertussen knap depressief te worden, doe maar niet meer. Leef maar mee met een God. En dat blijven we zeggen: we hebben een gelovige God. We geloven in God, maar we hebben een gelovige God die gelooft in jou en in jou en in jou en in jou. Die gelooft er zo sterk in dat Hij zegt: daar wordt uiteindelijk de hele aarde mee vervuld. En dan komen er spotters en die zeggen: "Poeh, nou, ik zie er niks van." Wij wel. We zien het wel, en niet pas als het tot uitvoer gekomen is, maar we zien het omdat je optrekt met Degene die dat ziet. Nou, dat is toch een heerlijke uitdaging om dat te leven. En daarom, Pinksteren moet je ook niet op een dag in het jaar vieren. Kom op, dag in, dag uit, door de Geest. Dat is leven. En elkaar daarin aanmoedigen. Ik vind het een groot, groot voorrecht. Vader, bedankt dat U zo bent, dat U het zo bedacht hebt, uitgaande van Uzelf, van Uw wezen, van Uw scheppingskracht, van Uw bedenken. Hebt U gedacht: "ja, en naar precies, precies dat beeld creëer Ik een mens." Heer, en dat is begonnen en dat gaat door en door, maar het vindt plaats in mensen zoals wij, gewone, eenvoudige mensen, eerlijke mensen die op weg zijn om verder te zoeken en te vinden. En dan dank ik U hier dat U zo, zo dichtbij bent, dat U troost en dat U bemoedigt, dat U ziet en kijkt en tevoorschijn roept en tevoorschijn ziet komen. En ik vind het zo prachtig om samen met U op te lopen, Vader, en met U, Jezus, diezelfde wandeling, ontdekkingstocht, waarin we ontdekken hoe prachtig het is om mens te zijn, om mens Gods te zijn, om leven te openbaren. Heer, U bent een bron van zegen in alle opzichten. U staat pal naast ons in alles wat we horen, meemaken en bedenken, of gedachten horen van een ander. Heer Jezus, we leren van U om te zeggen: "Ik wil van Vader zelf gehoord hebben, uit betrouwbare bron, en daarin leven." Bedankt, Heer, dat U gelooft in ons, dat U gelooft in ontwikkeling, in heling, in ondersteuning, in troost, in bemoediging. En zo zegenen we elkaar, Heer, met Uzelf, met Uw woorden, met Uw gedachten, met Uw constante aanwezigheid. We hebben het geweldig getroffen, Heer, met U en ook met elkaar. Amen.

Jan Fluit d.d. 19-05-2024

Alle preken