De Bazuin
Volle Evangelie Gemeente
Hoogeveen

Download de preek als PDF: Harmonie

Harmonie

Hebben jullie het t.v.-programma Maestro wel eens gezien? Het zijn bekende Nederlanders die dan een orkest mogen dirigeren zonder enige ervaring. Op den duur komen er dan mensen uit tevoorschijn die er talent voor hebben. Het is een kunst om een klein of groot orkest te dirigeren. En het orkest gaat dan ook mee in het soms razend snelle of heel langzame tempo dat de dirigent-in-spé aangeeft. De afgelopen week kwam opeens in mijn gedachten het woord ‘Harmonie’. Waarom dat in m’n gedachten kwam, weet ik niet, maar daar wil ik het eens over hebben. Hoe dingen bij elkaar komen. Natuurlijk hebben die orkestleden een opleiding gehad, maar zij zijn ook een keer begonnen, terwijl ze van niks wisten. Ik moest even denken aan onze zoon Stefan, toen hij klein was, zat hij op blokfluitles. Op een gegeven moment was hij zó trots dat hij een liedje kon spelen, ik geloof: ‘boer, daar ligt een kip in het water’. Maar toen moest hij het volgende liedje spelen, en dat vond hij vreselijk, hij zei: ‘die ken ik helemaal niet, en misschien leer ik dat wel nooit, en dat duurt natuurlijk heel lang’. Ik zei toen: ‘Joh, dat liedje over die kip in het water, kende je een paar weken geleden ook niet, en dat speel je nu zomaar. Je zult zien dat je over een paar weken dat volgende liedje gewoon kan spelen’. Twee dagen later kwam hij bij me en zei: ‘Papa, luister eens’. Toen speelde hij zomaar dat nieuwe liedje. ‘Zo’ zei ik, ‘dat is sneller dan in een paar weken’. ‘Ja, want jij zei: ‘dat andere liedje kende je eerst ook niet, en dat heb je ook zomaar geleerd, dus waarom deze niet.’ Toen dacht hij: daar ga ik mee bezig zijn en laten horen hoe snel dat kan. Dat is toch prachtig! Dat is vernieuwing/verandering van denken hè? Hoe denk je? Want als je verkeerd denkt, dan worden zelfs leuke dingen heel zwaar, dan moét dat, dan moét ik leven met de Heer, en ik moét zelfs blijmoedig zijn. Maar bij iets wat je leert, wordt er een beroep gedaan op jóuw vermogen. Niet omdat je dat al kán, maar je hebt wél het vermogen om dat te leren. Je hoeft niet allemaal hetzelfde te doen. Ik heb afgelopen week weer gekeken naar Sydney House, de uitvoering van de Messiah, dat vind ik zó schitterend, sowieso hoe dat is ontstaan. In een paar weken tijd heeft Händel dat geschreven. Dan denk ik: ‘dat moet inspiratie zijn, dat kán niet anders. Dat is prachtig. Dan zie je al die verschillende instrumenten, en een dirigent die alles keurig aangeeft, schitterend! Toen dacht ik: wat hebben wij een geweldige Dirigent die het vermogen heeft om óns te laten spelen. De dirigent speelt het allemaal niet zelf. Want als het over geloof gaat, dan klinkt heel vaak: ‘God moet het doen’. Maar God doet het in samenwerking met jou, en roept Hij tevoorschijn waar Hij vol van is, en waar jij vol van bent. Twee vermogens komen bij elkaar, dat is toch schitterend! Om in harmonie te denken en te leven, in harmonie te spreken, dát tevoorschijn te roepen, zonder ook maar iets van enige afkeuring daarin. Want binnen harmonie heb je geen afkeuring. Harmonie brengt je bij elkaar. De kwaliteit van de één en de kwaliteit van de ander. Als ik zoiets zie en beluister, kan ik zó ontroerd zijn, dat raakt me. Muziek doet wat met de mens. Ik keek toen ook eens even in het woordenboek wat er stond over harmonie. Je kan er natuurlijk zelf een heleboel bij bedenken, maar wat zijn er een mooie dingen allemaal. Je werkt met akkoorden, het woord akkoord, je gáát ook akkoord. Het gaat er helemaal niet om wat er allemaal omheen zich beweegt, en wat niét wil. In harmonie roep je tevoorschijn wat Gód wil. Maar het is zó belangrijk dat je zegt: ‘en dat wil Ik óók, Ik wil precies datzelfde’. Want we komen uit hetzelfde voort, van hetzelfde geslacht, van dezelfde genen, en dat brengt harmonie voort. Dat je uitsluitend akkoord gaat met dát wat bij jou past, bij jouw vermogen. Loop de bijbel maar eens even door. Al die mensen die prachtige dingen deden, gingen allemaal akkoord met de leiding van God in hun bestaan. Dáár gingen ze mee akkoord. Niet met wat de tegenstander wel of niet wilde en wat hij wel of niet deed. Als dat al speelde dan bleek in relatie met God dat hij dat naar de juiste proporties terugbracht, namelijk dat degene die niét wilde, niets in te brengen had dan uitsluitend lege briefjes. Die had het niet voor het zeggen. Mozes ging akkoord met het plan van God. Abraham ging akkoord met het plan van God. Gideon ging akkoord met het plan van God. Als we zo even over harmonie doorgaan dan staat hier: ‘overéénstemmen’. In overeenstemming met datgene wat God gezegd heeft. Dát zoeken en dát vinden is toch zo’n mooie manier van leven. Want als je die overeenstemming bereikt, als ik in harmonie leef met God, hoe ontroerend mooi is dat dan voor deze wereld, dat ik die overeenstemming, die harmonie met God heb. Hoe prachtig is het als dát tevoorschijn komt, tevoorschijn geroepen wordt. Want de wereld zit te wachten op een mooi orkest hoor. Over dingen waarvan je zegt: ‘dat klopt!’ Het is zuiver en puur. Als je zo’n orkestuitvoering meemaakt, dan hoor je aan het begin alle muziek- instrumenten door elkaar, dan zijn ze die aan het afstemmen. En wat mij dan verbaasd is, dat ze dat na de pauze nog een keer doen. Je wilt het zuiver, dat het ene instrument afgestemd is op de andere. Dat is ook het zuivere afstemmen op God. Als je dat niet doet, klinkt het vals, onaangenaam. Dat is niet goed. Soms zijn er dingen, dat kennen we allemaal, waar je misschien niet eens de vinger op kan leggen waaròm het niet goed is. Maar dan zeggen we: ‘het voelt niet goed’. Er klopt iets niet. Neem nou even wat er in de loop der eeuwen over God gezegd is. Dat klopt gewoon niet! Dat kàn niet! Dat zie je ook bij heel veel mensen die niét geloven, en zeggen: ‘als God dan zo’n goeie God is, waarom kan dit en dat en dat…’. Weten zij veel dat er een tegenstander is die de zaak grondig aan het verzieken was. Daarom vind ik het, ook voor mezelf, niet een lastige opgave, maar een voorrecht om te controleren, of wat bij je komt, door de Geest geopenbaard was, of die geest uit God komt. Of dat zuivere bedoelingen heeft. Of dat meewerkt aan harmonie. Of dat meewerkt aan heling, aan ondersteuning. Balans is ook een woord uit het woordenboek. In balans komen met God. uitgebalanceerd, en niet in onbalans, elke keer maar weer, want daar word je wankel van. Dan dreigt er pijn, verdriet, moeite. In balans komen met God. Hoe deden de mensen dat in de bijbel? Het ging soms heel erg mis, men keerde zich dan tot God, en dan gaf Hij de oplossing. Ik heb wel eens gezegd over het boek Richteren dat het deels een heel mooi boek is, en deels een verschrikkelijk boek. De mensen waren in onbalans, het ging helemaal fout, helemaal mis. En dan op een goeie dag richten ze zich tot God met hun nood en verdriet en ellende, en dan geeft God hun een Richter, en die geeft weer richting, in de richting van God. En wat komt er dan als de vijanden weg zijn? Vrede, dat is ook één van de woorden uit het woordenboek. Vrede, harmonie. Dat duurt dan soms twintig jaar, soms wel tachtig jaar. Maar geleidelijk aan zakt het allemaal weer weg. Het gaat dus weer helemaal mis, en dan roepen ze tot God. God zendt dan weer een Richter. En dan gaan ze weer. Jongens, we hebben de goeie richting te pakken. Maar de logica van de verslapping, ik wil die logica niet als logica zien. Iemand zei een keer: ‘Ach ja, als je al langer in het evangelie bezig bent, en als je al langer de verhalen vertelt, noem het maar preken, dan is op een gegeven moment het allermooiste er wel af. Dan denk ik met mijn hele lijf: ‘Néé, dat is er niet af!’ Ik geloof er helemaal niks van, dat het op een gegeven moment minder mooi wordt. Dat is toch volstrekt onvoorstelbaar! Iets wat dóór en dóór goed is, dat daar de glans een keer af gaat. Kom nou toch!! Maar dat is blijven bij God, dat is overigens geen keuze van Hem. Er is een liedje, wat ik ook een keer zelf heb meegezongen:’Abba Vader, laat mij nimmer gaan’. Wat voor gedachten heb je dan over God? Hoezo? Hij is heel duidelijk als Hij zegt: ‘Niemand rooft je uit Mijn hand’. Dus het is een overbodige en onnozele vraag om aan Hem te vragen om je niet te laten gaan, of dat Hij je nooit in de steek wil laten. Ook de gedachte die tegen het licht van de dirigent gehouden moet worden. We zijn allemaal wel eens helemaal eenzaam en door iedereen verlaten. Van God verlaten? Dat geloof je toch niet? Hij laat je nóóit in de steek. Maar Hij vindt dat jij de keus mag maken hoe ver het mag gaan. Maar als je zegt: ‘helemaal met God gaan vind ik toch een beetje eng’. O ja? Met je beste Vriend, je metgezel, je beschermer, je Heer? Een beetje eng? Ja, Hij zou wat meer van je kunnen vragen dat wat je aan kan…. Heb je Hem dan wel eens ontmoet? Je Vader? Want wat vanuit Hem komt dat is zó zuiver, net als die muziek. Er staat toch dat we in Christus allemaal tot ons volle recht komen? Dat is het wat een dirigent doet. ‘Ja nou, een deel…, laat maar zitten’…. Je trompettert ook maar een beetje mee. Nee, elk deel, elke stem, elk deel van het lichaam is zó waardevol, jij doét er zó toe bij God. Jij bent zó’n wezenlijk onderdeel van Zijn orkest, van Zijn symfonie, van Zijn melodie. Als je dát ziet dan is dat toch schitterend! Hij zei: ‘dáár stel ik me dan voor open’. ‘Ja, maar ik kan niet alles zo goed’. Nou, je hebt een Dirigent, je hebt een leermeester, je hebt Gods Geest ontvangen, en als je dat nog niet ontvangen zou hebben, dan wil Hij dat wát graag aan jou geven. Hij geeft notabene dát, wat Hij Zelf is, aan jou. Die Dirigent is een heel gelovige hoor. Dat moét toch ook wel, want als je ervoor gaat staan en denkt: ‘Ik weet niet wat dit gaat worden vandaag, maar kénnen ze het wel, kennen ze het stuk nu wel, weten ze wel wat ik bedoel als ik dit teken geef?’ Ja, dat weten ze, daar hebben ze ook voor geoefend, en samen op pad gegaan. Dus God werkt aan eenheid tussen Hemzelf en Zijn mensen. En het is zo mooi dat het geen eenheidsworst wordt. Eenheid in uniciteit. Als je nog niet zo’n hoge pet op hebt van jezelf, dan wordt het hoog tijd om eens met Hem in gesprek te gaan. Maar het kent geen grenzen hoor hoe Hij over je denkt. Over jouw wezen, over jouw capaciteit, over wie jij bent, en waar jij je mee bezig mag houden. Alleen maar met leven, met liefde. Wat je dan ook nodig hebt, dat is een goeie verstandhouding, dat ik vat wat God zegt, ook wat Z’n bedoeling is. Neem nou dat Maestro-orkest, als ze dan voor het eerst gaan spelen, dan is die verstandhouding er nog helemaal niet.
Elk orkestlid doet z’n uiterste best om, wat de dirigent-in-spé aangeeft, dat bij te houden, wat soms haast niet is bij te houden. Maar je gaat vanaf nu naar elkaar toe groeien. Als je dan toch ziet hoe snel ze het dan leren. Eerst krijgen ze les, met een boek voor zich met allerlei grappige tekens, dat zijn noten, waar ze helemaal niets van begrijpen. Dan denk je: hoe kun je dat nou zo in de gauwigheid leren? De één niet en de ander wél. Maar je gaat werken aan samenklank, aan samenspel, aan overeenkomst tussen datgene wat in zo’n muziekstuk staat, en hoe dat aangegeven wordt, en hoe jij daar je klank aan geeft, en een ander zijn klank, en hoe dat samenvloeit. In de bijbel staat: ‘je groeit samen tot één prachtig geheel, door de dienst van al zijn geledingen’. (Efeze 4:16) Daar komt dat prachtige wezen, daar komt die prachtige muziek, die prachtige klank vandaan. In een wereld vol valse klanken is het hoog tijd dat er harmonie tevoorschijn komt. Als er disharmonie is, dan is het een goeie keuze om niet in dat orkest te gaan zitten. Ik doe niet mee aan onheilig gehoor, aan inhoudsloze klanken, daar doe ik niet aan mee. Ja, maar dáár is het mis.., en dié is niet goed… en dát niet…. Dat zal wel wáár zijn, maar ik wil niet de zoveelste zijn die met afkeuring en veroordeling komt. En met een hoofdschuddende menigte die zegt: ‘Oh oh, wat erg en wat verschrikkelijk’. Het mag wel waar zijn, maar ik wil aan de kant staan met een ander geluid en met een andere verwachting, met een andere zienswijze, anders naar je medemens kijken. Want zoals er soms over mensen gesproken wordt ….. Neem al die mensen die zomaar, soms met één handbeweging, of met één opmerking, weggezet worden. Dat zijn toch allemaal eerst hele lieve baby’tjes geweest? Die in de wieg lagen, waar van gehouden werd, het was toch het mooiste kind van de wereld? En op een gegeven moment zijn ze mee gegaan in hun gedachten die niet deugen, en nu deugen ze dan ook niet omdat ze dát geloven. En zolang ze dat geloven, heb ik het recht om ze te veroordelen…. Echt niet! Dat is toch geen harmonie? Dat is toch niet bij elkaar brengen? Dat is toch een kwestie van ongeloof? Als de wereld vol gaat worden van de heerlijkheid des Heren, en als je weet dat de heerlijkheid van God, dat jij dat bent, en jij en jij…..! Allemaal bestemd tot heerlijkheid! Dan wil je dat soort táál toch spreken? Dan wil je dát soort denken tot denken? Wat niet meewerkt tot opbouw: ‘niet doen’ zegt de Heer. Doe er alsjeblieft niet aan mee. Het ergere ervan is dat je de ander iets ontneemt maar ook jezelf, als je zo spreekt, dan tast ik ook mezelf aan, als ik iemand ben die veroordeelt. Maar dat ik iemand ben die met God mee gelooft dat de aarde vol wordt van Zijn heerlijkheid! Iemand hoeft dan niet zo vreselijk cynisch te zijn om te zeggen: ‘kom op Jan, geloof je het nou nog? Na meer dan 70 jaar, doe je ogen open en zet het nieuws aan, kijk wat er voor ellende gebeurt, en laten we dan nog eens een keer praten over of je nog hoop hebt’. Ja, ik heb hoop, want ik heb gesproken met de Dirigent, ik heb gesproken met degene die de juiste maat geeft, die de juiste klanken tevoorschijn brengt. Het geklank van Zijn stem, dat zijn wij! Dat is ons spreken. En zien met reine ogen, met Gods ogen? Dat zijn wij! Gods mond, dat zijn wij! Is dat moeilijk? Dat is prachtig als je een gelovige bent. Elk mens op de hele wereld is gelovig, alleen: ja, wat geloof je, en wie geloof je?
Als ik meekom in datgene wat Hij zegt, in overeenstemming met wat Hij zegt, als ik me daarop afstem, wat is dat dan een voorrecht om dat te doen! Moet je verschil zien? Want als je begint te tellen, ga je ook de mist in. Hoeveel zijn er nou die hierin meegaan, hoeveel denken er op die manier? Degene die het helemaal begreep is Jezus, Hij ging helemaal niet mee in dat telraamgebeuren. Jezus had het toch op een gegeven moment mooi voor elkaar, het begon een leuk orkestje te worden. Mensen liepen Hem na, ze vonden het prachtig wat Hij deed en wat Hij zei. Ze waren er gewoon getuigen van. Maar op een gegeven moment begonnen ze te denken: ja, wie is Hij nou helemaal, zoontje van de timmerman, wie denkt Hij wel dat Hij is? Heeft Hij kwaaie bedoelingen? Hij wordt geleid door de overste van de boze geesten. Dus die club van Hem dunde op een gegeven moment uit. Hij zou toch kunnen zeggen: ‘Daar gaat m’n hele plan. Maar dan zegt Jezus, en ik vind dat één van z’n opmerkelijke uitspraken: ‘zouden jullie ook maar niet gaan?’ Nou, zo hou je toch geen orkest bij elkaar? Nou, zegt Petrus, écht niet! Want U heeft woorden van eeuwig leven. U bent de Christus, U bent het! Hij zag de Christus, die zó bleef geloven in het plan van Zijn Vader, want dat was Zijn geheim, dat ís Zijn geheim, overeenstemmen met de Vader. Dus het geklank van Zijn stem ontleende Hij aan Z’n relatie met Vader. Daar zat alle Leven in. Dan staat er: ‘Ik heb jullie een voorbeeld nagelaten, opdat jullie in die voetstappen zult treden. Nou…dat kunnen we later in de toekomst misschien ooit nog eens een keer. Schei toch uit! Hij heeft ons toch een voorbeeld nagelaten om nu toch te volgen? Waarom zou iets wat gaaf is, wat helend is, wat herstellend is, wat verheffend is, waarom zou je dat uitstellen tot bijvoorbeeld morgen. Ik kan geen enkele reden bedenken waarom. Dat denken van God zit ook zo niet in elkaar. Het is toch steeds gebeurd dat het voor later….later…bestemd was. Bij de opstanding van Lazarus ontstond er een gesprekje tussen Jezus en Maria, dan heeft Hij het ook over de opstanding. Ja, zegt Maria, dat weten we, bij de opstanding ten jongste dage. Maar als je het hebt over de jongste dage, haal je dat dan naar nu of naar later? Is dat een plaatje voor de toekomst, of is dat het leven voor nú? En als het dan voor nú is, geef dan eens één reden waarom ik dat zou uitstellen tot morgen. Ik leef nú. Ik wil nu mee delen van leven, en van liefde en van geborgenheid, en van troost. Zó is onze Vader toch? Er staat toch: ‘stel niet uit tot morgen wat je vandaag kan doen’. Nou, doe vandaag maar dat Leven Gods, doe dat maar! Als je een woord hebt tot opbouw, staat er in Efeze 4:29, spreek dat dan, niet over 30 jaar. Als je een woord hebt tot opbouw, zit dat soms in zulke kleine dingen, dat ervaar je toch zelf als mensen tegen je zeggen hoe goed dat kan doen? In het woordenboek staat er nog ééntje, ‘een aangenaam klinkende vereniging van tonen’. Dat is toch prachtig. De toon van de ander, de toon van jou, die toonzetting, wat is dat aangenaam als dat bij elkaar komt; als dingen verenigd worden. Niet uit elkaar gespeeld als een rotklank. Paulus heeft dat ook gezegd in Fil. 4:6-9: Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles door bidden en smeken, met dankzegging, bekend worden bij God. De vrede van God, die alle begrip te boven gaat, (je kan zeggen: ik begrijp het niet, hoeft ook niet, dat lukt je ook niet, het gaat alle begrip te boven) zal uw hart en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. Hij staat er naast om het zó uit te leggen, en dan: Verder broeders, (ze zijn vergeten er zusters bij te zetten), al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, en al wat lieflijk is, al wat welluidend is, al wat enige deugd is, en als er iets prijzenswaardig is, bedenk dát! We kennen deze tekst door en door, maar ik wil ook tot het diepste van mijn wezen deze tekst kènnen. Dát kennen! In de Naardense vertaling staat ook nog: al wat ongerept is. Dus niet aangetast. Bedenk dát! (9) Wat u van Mij geleerd, ontvangen, gehoord en gezien hebt, doe dat! En dan een prachtige belofte: De God van de vrede zal met je zijn. Als je dáárvoor kiest, wat heb je Vader dan aan jouw kant, want dáár is Hij vol van, ja toch? Hij wil onze dagen heel graag vullen met Zijn harmonie, met Zijn manier van denken, met Zijn spreken over welke rol jij hebt in dat prachtige orkest van Hem, waar de mensheid ontroerd van raakt. Ik heb het verschillende keren gezien dat ze heel ontroerd raken vanwege het feit dat er zó van hen gehouden wordt, dat hadden ze nog nooit gehoord. Heel veel mensen zeggen: ‘Ik heb als kind nooit gehoord van mijn ouders dat ze van me houden’. Dát is erg! Wat heeft een mens het nodig om te horen: ‘Man, ik hou van je, kind, ik hou van je’. Ja maar ik heb…. ‘Ik hou van je!’ En als medemens ook dat laten horen. Liefde maakt mensen mooi hoor! Je hoort soms ook over het gedrag en andere dingen, dan denk ik: ‘ach, dat komt uit iets heel anders voort’. Geef een mens geen trap, maar jouw arm, je schouder, je hart. Ik vind het zo mooi dat God samenvoegt, dat bij elkaar brengt. Ik ben supertrots op Hem, hoe Hij het bedacht heeft, en ook zó trots op Jezus, dat Hij de Vader geloofde, en dat Hij zegt: ‘dat ga Ik zó dicht bij mensen brengen, zó dicht nabij als nooit tevoren’. Leef dat leven maar uit, je hebt er zo’n recht op, maar Vader ook. De Dirigent staat te wachten hoor, Hij ziet vol vreugde hoe zich dat in jou ontwikkelt.
Ik dank U Heer, dat U bént die U bént! Zó gaaf, zó goed. Zo helend, zo troostend, zo begrijpend ook. Maar U eindigt ook niet bij begrip Heer voor de situatie, maar U geeft ons een nieuwe klank. Die hébt U ons gegeven. Nieuwe tonen, nieuwe harmonie. Bedankt Heer, dat we mee mogen doen in het klankrijke, kleurrijke en levende gedachtewereld van Uzelf, en elkaar daarmee zegenen. Heer, we gaan door in die lijn van denken die U ons hebt aangereikt en waar we zo mateloos mee verrijkt zijn. En U geeft ons wijsheid Heer, in onze omgang met onze medemens. U leert ons de juiste klank, de juiste kleur mee te geven aan dingen, maar altijd dat zegenende, dat helende, dat levende van Uzelf. We zijn maar wát blij Heer dat we U hebben leren kennen, en dat daar nooit een eind aan komt Heer! Nooit bij U weg. Nooit even tijdelijk wat minder, maar altijd volop van leven Gods. Alle eer en dank is, Heer, aan U! Amen.

Jan Fluit d.d. 10-12-2023

Alle preken