De Bazuin
Volle Evangelie Gemeente
Hoogeveen

Download de preek als PDF: In vrijheid wandelen met God

In vrijheid wandelen met God

We lezen Hebreeën 9.
Wat ik heel mooi van de Hebreeën-schrijver vind, is, dat hij heel eerlijk en openhartig allerlei dingen tegen het licht houdt, allerlei zaken die vast stonden, die nogal revolutionair waren. Want opgroeien in een religieuze wereld, waar allerlei wetten enorm geldig waren, en enorm bepalend waren, dat je dat een keer tegen het licht houdt, en dan op een gegeven moment zegt: ‘zo gaan we het niet meer doen’. Dat leerde hij weer van Jezus Zelf. Want oh, wat hebben wetten hun negatieve werk gedaan. In Hebr. 9:8 staat op een gegeven moment hoe de priesterdienst was, en dan komt er de zin: ‘Daarmee maakte de heilige Geest duidelijk dat de weg naar het heiligdom nog niet openlag, (openbaar gemaakt, staat er op andere plaatsen) zolang de eerste tabernakel nog in gebruik was. Dit is een hele waardevolle zin. Zolang die wet bepalend is, ligt de weg naar het heiligdom niet open. Dan is dát de blokkade. En wat is dan een blokkade? Er zijn veel mensen tegen gehouden vanwege de gedachte dat ze nog niet voldoen aan.., dat het nog niet lukt, dat ze nog niet zo ver zijn, dat het nog niet gaat. In Romeinen 7:6 schrijft Paulus: Thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar die ons gevangen hield, zodat wij nu dienen in de nieuwe staat van de Geest. Paulus was blij met zijn ontslag, blij met ontslag?? Ik heb dat zelf in het natuurlijke ook meegemaakt in mijn werk. Ik had een baan waarin ik veel te veel uren moest maken, daardoor kwam ik niet meer voldoende toe aan mijn gezin en aan mezelf, heel vermoeiend allemaal. Wat was het bevrijdend dat ik daarna van die druk ontslagen was, dat ik ruimte had voor de juiste dingen voor het leven. Als je nog dienstbaar bent aan de vergankelijkheid, neem dan vandaag nog ontslag! Stap er uit, het brengt je niks en je wordt er doodvermoeid van. En je komt niet toe aan waar je voor geschapen bent voor je leven en voor genieten. Zelfs voor uitbundig leven! Ik vind het zó iets moois, dat de weg naar het heiligdom een wetmatigheid van God is. Je kan zeggen: ‘ik hoop maar dat die weg ook voor mij open gelegd wordt’. Die is voor jou open gelegd, je hebt vrije toegang tot het Koninkrijk van God. De tegenstander doet alsof hij over jouw vrijheid gaat, maar hij gaat daar niet over, Jezus gaat daar over. Daarom is het heel erg goed om dingen definitief te maken. Hebr. 9, Ik doe gewoon maar een hap en een snap, want als je dit nou leest, dat heb ik vaker, dan denk ik, oh, wat staan er toch veel mooie dingen, welke moet ik nou kiezen van al die mooie teksten? Maar in vers 12 staat: ‘Hij is niet door het bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom, en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeg gebracht’ Hij ‘heeft daardoor’, niet ‘gaat daardoor’. Niet ‘het zal ooit wel eens een keer …’. Nee, Hij ‘heeft’ dat! Een mens heeft behoefte aan verlossing, en niet zo’n klein beetje ook. Echt, de ruimte om te leven en om te ontplooien en om te ontwikkelen. Het is zó mooi dat je je mag ontplooien in wat bij jou past, en wat je werkelijk bént. We hebben gisteren op onze kleindochters gepast, ze waren bij ons te logeren, 13 en 11 jaar. De oudste kleindochter zit op het gymnasium, onze schoonzoon was er ook, op een gegeven moment ging het over algebra, dat vond hij vroeger niks en ik ook niet. Wiskunde vond ik prachtig maar ik begreep geen biet van algebra, écht niet. Het begin ging nog wel. Maar zij deed een ‘eenvoudige’ som, die ging ze uitschrijven, en heel geduldig uitleggen. Dat vond ik heel leuk! Begreep ik het helemaal? Nou…., met pijn en moeite. Maar ik vond het zó leuk dat haar geest dat kan bevatten, en zij legt ons uit hoe dat zit. Dat is toch prachtig! Wat is het toch mooi als iemand de capaciteit heeft om dingen te doen en ook de capaciteit heeft om de dingen uit te leggen. Ze zou een goeie juf zijn want ze had alle geduld met ons. Die vrijheid van geest hebben die ons verworven is door Jezus Christus. Er zit vaak een leugenaar tussen die dát stukkie van ons jat. Zo van: ‘ja maar, kán jij dat wel, lukt je dat wel?’ Ja, je moet maar net zo in elkaar zitten dat jij dat soort dingen wél kan en een ander kan dat niet. Dat vind ik zo jammer, want dan krijg je een soort schifting van de knappe koppen in de geestelijke wereld, en de minder knappe koppen. En je zal maar zo iemand zijn die de dingen niét zo goed kan vatten. Het is wel heel gaaf dat Jezus mensen om zich heen verzamelt wat hele simpele vissers zijn. Niet hooggeschat door de wereld. Niet hoogstaand, en niet degene die alles weet met de wijsheid van deze wereld. Hij heeft ze beschaamd gemaakt, zegt Hij. Want er is een heel ander soort wijsheid, en dat is de wijsheid Gods. En die wijsheid Gods spreekt over jou zoals de waarheid is. En als dat waarheid is, dan wil ik daar helemaal niks aan afdoen. Als de waarheid van God is, dat de weg voor mij naar het heiligdom open ligt, omdat Hij het eerste teniet gedaan heeft, dan aanvaard ik dat in dank, en ga ik die eerste weg ook niet meer proberen, die weg van de wet, voldoe je wel aan…., en heb je wel goed genoeg gedaan? En wat voor achtergrond heb je nou helemaal? Wie ben je nou helemaal, dat kregen ze toch voortdurend te horen. Net zoals Jezus, het waren wel woorden van wijsheid die Hij sprak, tot een moment dat ze zeggen: Mmm, Hij is toch de zoon van een timmermannetje? Wat denk je ons te vertellen? Later, als Paulus hen toesprak, wat merken de buitenstaanders dan? Dat het ongeletterde mannen waren. Dat vind ik wel mooi. Hij heeft niet de intelligentsia bij elkaar gehaald, maar de verlosten, degenen die zich hebben laten liefhebben. In Hebr. 9:13 en14 staat: ‘Als het bloed van stieren en bokken al zoveel betekende, hoeveel temeer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om de levende God te dienen. Het woord ‘geweten’ betekent: ‘samen weten met God’. Ik wil dingen alleen weten samen met God, want als God het niet weet, dan wil ik het ook niet weten. Als God los van bepaalde dingen staat, waarom zou ik op dingen ingaan waarvan God zegt: ‘Dat is helemaal geen onderdeel van wat Ik wil. Wat is er niet aan God toegeschreven aan hoe Hij wèl dacht. Wat is er niet over Hem gelogen, hoe het zou moeten, en wat Hij niet kan, en waar Hij verkeerd zit, en waar Hij zich niet gehouden heeft aan de wetten. Het was een voortdurende ergernis voor de vrome geesten. Die konden het niet uitstaan dat Jezus Zich maar niét liet gezeggen door ‘er staat toch dit en er staat toch dat….’. Wat denk je bij de verzoeking in de woestijn? Daarvan heb ik wel eens gehoord dat dat gebeurde als een soort test voor Jezus. Daar geloof ik niks van! Het werd de eerste serieuze confrontatie van de met Geest vervulde Jezus Christus met de tegenstander, eindelijk een volwaardige tegenstander. En die kwamen met hun gedachten, met praatjes en stonden te schreeuwen: ‘dat moet je toch weten en daar moet je je aan houden!’. ‘Nee’, zegt Jezus, ‘Ik ga God niet verzoeken. En weet je: er staat ook geschreven…, en daar houd Ik me aan, dat gaat namelijk over Mijzelf. Het getuigenis van de Christus, wat zou het fijn zijn als we dat hebben. Je hébt het! Je hebt toch Zijn getuigenis ontvangen? En als jij Zijn getuigenis over jou hoort, dan heeft Hij het niet over iemand die zich wel of niet aan de wet houdt, maar dan heeft Hij het over iemand die Hij bevrijd heeft, en ook bevrijd heeft óm te leven, óm goed te doen, óm die ruimte te benutten. En als je dan ontkent was, omdat jij te dom was, dan zegt Hij; ‘het punt is, Ik heb jou Mijn Goddelijke wijsheid gegeven, en geniet daarvan, en werk dát maar uit’. Ik heb hier in de zaal al verschillende keren het voorbeeld één-op-één gebruikt. Dan gaat het wel eens over het wél of niet volmaakt zijn. En als ik dan kijk naar het mooie bos hier achter me op de wand, dan staat er een heel klein boompje. Is dat boompje nou volmaakt? Nee, dat is niet volmaakt. En die andere boom dan? Nee, die is ook niet volmaakt. Of die, of daar nog één! Maar dat is niet waar, ze zijn allemaal volmaakt, maar die is al wat verder gegroeid dan die andere, maar het is wel een gaaf boompje! Het is nog een heel eind weg om een volwassen boom te worden. Dus: oh, die wordt later ook mooi…’.Nee, die is nu al mooi’. Hij is prachtig. Maar als je oog krijgt voor de natuur, dan is het gemakkelijker om een goed beeld over jezelf te krijgen. Want alles in de natuur heeft met groei te maken. En daar zit geen waardeoordeel aan. Je bent prachtig zoals je bent. Als je een verloste bent, dan krijg jij alle gelegenheid om uit te groeien en te ontwikkelen. In Hebr. 10 beschrijft hij dat die wet slechts een schaduw is van het toekomstige, en die wet bracht nooit het volmaakte. Als dat zo was, zegt hij, dan waren ze gelijk gestopt met die wet, want dan was het immers klaar! Als die de vrijheid bracht, nou, dan hoeft hij nooit meer te offeren, dan was het offeren afgelopen, want je was immers volmaakt! Maar dat bracht het nooit! Daarom zei de Heer bij Zijn komst in de wereld: (vers 5) ‘Slachtoffer en spijsoffer hebt U niet gewild, maar U hebt Mij een lichaam gereed gemaakt. Brandoffers en offers voor de zonde hebben U niet behaagd. Toen zei Ik: Zie, Ik kom, in de boekrol is over Mij geschreven om Uw wil te doen, o God. Dat is Zijn antwoord daarop. Hij herhaalt dat in vers 9 nog een keer. En dan staat er in vers 9b: Hij neemt het eerste weg om het tweede daarvoor in de plaats te zetten. Dus Hij neemt het eerste weg om het tweede daarvoor in de plaats te zetten. Dat is toch prachtig? Niet beide! Niet: kan het nog wel.., en lukt het me wel, en bén ik al zover…, ben ik al zo’n boom? Nee, ik ben nog zo’n klein boompje, dus… Je bent zover omdat Hij gezegd heeft: ‘Zie, hier ben Ik om Uw wil te doen’. Die eerste wet is niet opgeheven omdat het geleidelijk aan wel behoorlijk christelijk leek, en dat het geleidelijk aan opschuift richting een tien. Vroeger moesten we een psalmvers leren en daarvoor moest je een tien hebben, dán was het goed, een negen was niet goed. Ik had op één rapport 3 negens, dat was niet goed. Dan denk ik, ik hoef niet te voldoen aan …., moet ik er dan maar op los leven, dat vraagt Paulus op een gegeven moment ook, als het er allemaal niet toe doet, mag ik er dan een soort potje van maken? Nee, natuurlijk niet. Maar leven vanuit de vrijheid die de Christus je geeft, dat geeft een heel ander soort leven. Als ik elke dag weer bezig moet zijn met: ‘lukt me het vandaag wel, kom ik er vandaag wel doorheen?’ Daar zit iemand achter die m’n leven verschrikkelijk verstiert, en dat hóórt niet! Ik hoor te leven in vrijheid! Ik hoor te leven aan de hand van Iemand die het eerste opgeheven heeft. ‘Opgeheven’, ontslag gegeven, weg, van de baan! Want op grond van dié wil, staat in Hebr. 10:10: zijn we geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, voor eens en voor altijd gebracht. Onthoudt dat alsjeblieft! Voor eens en voor altijd! Ook op een slechte dag: ‘voor eens en voor altijd!’ Zodat je de ruimte krijgt om te gaan leven, om te ontwikkelen, om te ontplooien. Er staan nog zoveel mooie dingen in dit hoofdstuk, en ik las ze even door, voor mezelf, in hoofdstuk 11 krijg je die geloofsgetuigen. Door het geloof…, door het geloof…, en door het geloof…. Niet doordat het supermensen waren waardoor het geloof heeft. Maar één van degene die genoemd worden, is Henoch. Laatst kwam ik van iemand de vraag tegen: ‘Zou het ook kunnen zijn, dat wij, net als Henoch, opgenomen zouden kunnen worden? Toen heb ik gezegd: ‘ja, ik geloof dat dat kan, wat is bij God onmogelijk?’ Maar het gaat mij niet zozeer om het fysieke, maar Henoch wandelde met God, en jij? Het is echt zo’n mooie wandeling! Het is zó mooi om met God te wandelen. Het mooie van wandelen is, dat je héél goed de dingen ziet, veel meer dan dat je in een formule-1 auto zit, want dan zie je een boom, maar dat is dat één lange plank. Op de fiets gaat het al een stuk beter, maar wandelen…. Dan denk ik aan die mooie foto’s van jou Jaap, het is toch fantastisch als je wandelt over het bloemeneiland Madeira. Als je dan de één na de andere prachtige bloem ziet en ruikt, dan is het heerlijk als je wandelt. Is het mogelijk om te wandelen net als Henoch? Als je met Jezus leeft, is het haast onmogelijk om het niét te doen. Want dat is je léven! Wandelen met God! En weet je, als je dat doet, dan word je opgenomen. Waarin? In het heilrijke denken van God. Ik geloof dus dat ik daarin opgenomen ben. Opgenomen in de heerlijkheid van God, daarvoor ben je bestemd. Wanneer? Op de wat betere dagen? Het is zó mooi om in Zijn Koninkrijk rond te wandelen. Mijn zus, met wie ik geregeld goeie gesprekken mee heb, zei een keer: ‘vroeger, als ik met jou wilde spelen, dan moest ik eerst met jou naar je tuintje, om me te laten zien wat voor mooie bloemen er waren’. Zij wilde graag spelen, maar liep toch met me mee naar m’n tuintje, daar was ik zó vol van. Dat heb ik nog steeds. Genieten van het mooie, maar elkaar ook wijzen op wat leven is, dat is toch prachtig! En er op wijzen hoe mooi God jou vindt. Uitgerekend jij! Een parel! Zó prachtig. Maar hoe kán ik dat nou, hoe moet ik het doen? Met die vraag kwamen ze ook bij Jezus, wat moeten we doen! Dat is dan de eerste vraag hè, het ‘doen’. Vorige week hebben we een mooie preek gehoord over het ‘zijn’, over ‘ik ben, wie bén je, wie bén ik?’. Heb je al gehoord hoe prachtig je bent, hoe waardevol. En hoe beschermd. Hoe intens geliefd. Hoe vrij van zonde. In vers 12 van Hebreeën 10 staat: Maar deze priester is, nadat Hij één offer voor de zonde geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God. Verder afwachtend op het tijdstip dat zijn vijanden tot een voetbank voor Zijn voeten gemaakt worden. Door wie? Nou, wat denk je? Door ons! Door middel van de gemeente. De vijanden onder zijn voeten. Dat is gemeentewerk. Op basis van gezag dat Hij geeft, want met één offer heeft Hij hen, die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt. Die gave heeft Hij, en dat is niet gering hoor wat we ontvangen hebben. Het is zo fantastisch mooi, en de heilige Geest getuigt met ons ook. Want na eerst gezegd te hebben: Dit is het verbond dat Ik met hen na die dagen zal sluiten, zegt de Heer: ‘Ik zal mijn wetten in hun harten geven, en Ik zal die in hun verstand schrijven, en aan hun zonden en hun wetteloze daden zal Ik beslist niet meer denken. En ikke dan? Van wie? Beslist niet!! Verdoe daar je kostbare gedachtenwereld niet aan. Alles wat je hebt meegemaakt, alles wat tegen je gezegd is, alle vermoedens en alle gevoelens. Ook alle schuldgevoelens. Ik zal het nog maar een keer zeggen: schuldgevoelens? Verbrandt ze! Want schuldgevoelen is net helemaal niks! Wat heb ik nou aan het idee “schuldgevoel’? Of ik heb schuld, óf ik heb het niet. Als ik het niét heb…, hè heerlijk, dan heb ik het niet! Als ik het wél heb…, Hij heeft betaald en weg gedaan, dus dan heb ik ze ook niet! Heel simpel en eenvoudig. Jezus was eenvoudig, dat was Zijn kenmerk. En als ik maar blijf wroeten in dit en dat, en alles z’n betekenis maar moet blijven houden… Aan al die zondige wetteloze daden, er staat niet dat dat niet gebeurd is, zal Ik beslist niet meer aan denken. En waar er nu vergeving voor is, dan is er geen offer voor de zonde meer nodig. Dan ben je uitgeofferd en geslachtofferd. Dan leef je in vrijheid, en van daaruit mag je je ontwikkelen. De eerste die daar profijt van heeft dat ben je zelf, vervolgens je omgeving. De eerste die daar last van heeft dat is de tegenstander, want die kwam toch eerst helemaal iemand anders tegen, niet iemand waarvan hij gewend was, dat, bij alles wat hij aanvoerde, hij zich daarmee bezig ging houden. Hij heeft een vijand gekregen aan jou, omdat jij kind van de waarheid bent, kind van het Leven, kind van de hoop, van de verwachting. Dat is zo veelomvattend mooi. Dus om te leven als Henoch is toch schitterend! Wat betekent Henoch nou? Het betekent inwijden, invoeren, er stonden nogal wat dingen, een hele mooie vond ik: het initiatief nemen. Want ik weet van heel veel mensen dat het initiatief heel wat minder wordt. Er komt een gedachte, en vervolgens kom jij in een dip, dan werd die gedachte de oorzaak van jouw dip. Het initiatief ligt dan bij die gedachte. Andersom, als ik Gods gedachten koester en uitspreek, bijvoorbeeld over mezelf of over de ander, dan neem ík het initiatief. Dan heb ik het getuigenis ván Christus op mijn lippen. Dus dan verzet ik de bakens. Dan bepaalt mijn God, maar ook ikzelf, welke wandeling ik ga doen, en met wie ik op stap ga. Ik weet het wel, ik ga het liefst op stap met iemand die mij mooie dingen kan aanwijzen, en die mij voert aan grazige weiden, en aan stille wateren. Die mijn ziel verkwikt. Het is fantastisch om dat Leven te léven. Henoch betekent ook ‘toegewijde’, toegewijd aan iemand die van me houdt. Waar ik zó bij thuis bent, die zó van me houdt. Dat is toch een mooie toewijding? Dat is ontdaan van alle zwaarte. Ja maar…., zeggen de tegenstanders…, die krijgt z’n trekken wel thuis….Ja, dat klopt! Want ik ben toegewijd aan datgene wat Hij over me zegt. En ik vind het heerlijk om dat te delen met m’n medemens, om dát neer te kunnen zetten, en een herwaardering te krijgen over wie iemand is, en wat iemand worden mag. En dat je niet eens zegt, als het nog zo’n stammetje is, het zit nou eenmaal in mijn genen, ik blijf dit soort voorbeelden gebruiken, als het nog maar een zaadje is, dat je al kan zien wat voor plant dat wordt. Mensen vroegen me: kan je dan al aan een zaadje zien, wat voor plant het wordt? Ja, dat kan ik, niet van alles hoor. Maar aan het zaadje kan ik zien wat het worden gaat. Zo’n onooglijk zaadje, kan dat wat worden dan? Het punt is: ‘het is al wat’. Alles zit er al in. Denk maar aan een mens, met een onooglijk begin. Dan moet je eens kijken wat voor moois daar uit voort komt. Je praat er over, je denkt er over. Ik ben nu 73 jaar, en ik kan het nog niet bevatten hoe dat kan. Zaadcel en eicel, hoe kan dat nou ontwikkelen tot zo’n mooi mens als jij bent. Dat is toch fantastisch! En als ik mij laat bevruchten door wat mijn God zegt, dan komen er zulke mooie dingen uit tevoorschijn. Dat is God Zijn lust en Zijn Leven. Vervolgens die van Jezus ook, Hij zegt: ‘Ik heb lust om Uw wil te doen! Wat heb ik dáár nou zo’n zin in, om Uw wil te doen. En dan niet: ‘vandaag heb ik er wel zin in’. Het is fantastisch om mensen te helpen bevrijden uit de duisternis van allemaal wetten en regels van ‘je kunt niet en je bént niet en je hebt de goeie kleur niet, en je bent niet van de goeie partij, en je bent niet… en je bent niet….Je Bént! Omdat God dat over je zegt. Je bent een schoonheid. Een parel, een oogappel, een geliefde. Ben je gewond? Dan ga Ik voor je zorgen zegt Hij. Want ik wil die échte mens tevoorschijn roepen. Dat is onze Heer! Dat is onze waarheid. Dat is ons leven! Láát je goed doen, en doe er goed mee. Amen.

Jan Fluit d.d. 10-09-2023

Alle preken