Download de preek als PDF: Psalm 18 (2)
Psalm 18 (2)
De vorige keer heb ik ook over Psalm 18 gesproken, en zoals gewoonlijk staat er meer in dan wat ik in één verhaal kwijt kan. Dus wil ik er een soort vervolg op.
Het is een psalm van David toen hij bevrijd was van al zijn vijanden.
Dat is ook wat er met óns gebeurd is.
Dan kom je ook tot het zingen van liederen en het dichten van psalmen.
De vorige keer was ik in Psalm 18 gebleven bij vers 26. Dat heb ik de vorige keer wel gelezen, maar ik vond het heel mooi in de NBV21-vertaling staan.
Daar staat: ‘U bent trouw voor de trouwe, volmaakt voor de volmaakte, zuiver voor de zuivere…’,
Let wel hé, dat is Hij voor óns, dat zijn titels die je krijgt, de trouwe, de volmaakte, de zuivere.
‘Maar voor de sluwe ongrijpbaar’.
Hou dat alsjeblieft vast! Want die sluwe is ook wel zo sluw dat hij zegt dat hij eigenlijk slimmer is dan jou. Maar jij bent ongrijpbaar!
Jezus zegt: ‘De boze komt en vindt aan mij niets!’ Maar jij loopt in dat spoor van Jezus, ongrijpbaar voor de tegenstander.
Hij kan wel van alles willen, maar je bent ongrijpbaar. Jezus heeft uit jouw en mijn gedachtensfeer al het kwade weggedaan.
Ik vind het prachtig om zó te kijken, en zó met Jezus mee te geloven in wat Hij van ons gelooft. Wat gelooft Hij dan van ons?
Dat hebben we zonet gevierd met het avondmaal, dat wat Hij Zelf gedaan heeft.
Hij heeft ons vrij gemaakt, Hij heeft ons lief. Dat is dus Zijn uitgangspunt, als het over ons gaat.
Vers 28 zegt dan: U verlost het ellendige volk (NBG). Dan gaat het verder in vers 29: U doet mijn lamp schijnen.
Vers 30: Met U ren ik door een legerbende. Met U, met U, met U.
Breng het nooit terug tot: ‘Kan ik het wel aan? Gaat het mij wel lukken, ben ik wel sterk genoeg? Ben ik altijd alert genoeg?’ Met U! We hebben zo’n trouwe Metgezel aan onze kant.
Soms heb je dingen dat je denkt: ‘hoe moet dat nou?’
En als je het probeert op te lossen, samen met anderen, of in je hoofd, wel met goeie bedoelingen, maar zonder Hem erbij, dan lukt dat niet. Het is een samenwerkingsverband.
En als ik wil kijken naar wie wij zijn, dan wil ik dat eigenlijk alleen maar doen met Hem samen, met wat Hij is.
Want U verlost het ellendige volk, staat er in vers 28 (NBG)
Het woord ellendig, dat heb ik ooit geleerd, dat betekent: ‘uit het buitenland, uitlandig.
Dus mensen die geen thuis hebben, die geen plek hebben om te wonen, die er eigenlijk niét mogen zijn.
Maar U verlost hen! Dat uitlandig zijn, geen thuis hebben, heft Hij volkomen op.
Dan staat er achteraan: De hoogmoedigen vernedert U.
Die machten, die doen alsof zij het voor het zeggen hebben, die worden door Hem, en trouwens ook door ons, vernederd, teniet gedaan.
Want U doet mijn lamp schijnen, dat is precies wat ik nodig heb.
Toen ik Jezus vond, zou ik kunnen zeggen, toen ging mij een lichtje op, en dat lichtje is steeds helderder gaan schijnen. De dingen worden steeds klaarder en steeds duidelijker.
En alles wat je bent en wat je zijn mag, dat dat niet vanuit prestatie voortkomt, maar dat er van je gehouden wordt, dat wil je toch wel van de daken roepen!
Mensen, luister toch, er wordt van je gehouden, er is Iemand die er altijd voor je is, ook als je denkt dat iets niet gaat lukken.
Hij zal je ook nooit negatief benaderen, maar vanuit datgene wat Hij gelooft. Met een groot méé-gevoel met mensen.
Want U toch doet mijn lamp schijnen, de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.
Wat knap je dáár van op, als je dingen, ook die naar je toe komen, in het juiste licht ziet.
Sowieso, dat er een dikke streep gaat door dat God er enige rol in zou spelen als er rotdingen gebeuren. Want dat is een wijd verbreid misverstand.
Dat is ellendig, dat God bedoelingen heeft op één of ander manier toch met een kromme stok rechte slagen geeft.
Hij slaat niet! Kom nou!!
Hij is zo intens goed, en Hij wil dat jouw duisternis, dat ziet Hij dus, dat Hij dat doet opklaren; er staat dan iets heel moois:
U doet mijn lamp schijnen, Heer.
Gods lamp is dus mijn lamp, dat is jouw eigendom. Jij verlicht de dingen zelf met dát wat God je gegeven heeft. En dat geeft een totaal ander zicht.
Ik heb vroeger ook mensen beoordeeld vanuit duisternis, niet doen dus.
Wil je je broeder gaan zien, dan heb je licht nodig, en in dát licht zie je de ware aard van mensen, zie je hoe ze werkelijk zijn, zie je hoeveel pijn er vaak achter waardeloze opmerkingen zit.
Ga anders beoordelen en niet meer veroordelen. Wel degene die er achter zit, ja, dié wel.
Dat kan zo groot lijken, van oh, we zullen wel eens even….. Maar zo staat het hier niet en zo geloof ik het ook niet, maar ik wil het ook niet weg doen.
In de herziene Statenvertaling staat: Met U ren ik door een legerbende.
Zie je het vóór je? Een heel leger wat jou wil tegenhouden, en daar ren jij, fleurig en wel, tussendoor.
Jij bent niet te stoppen in je beweging, want jij hebt Gods beweging, en die is niet belemmerd, die is niet te kort of te klein of te ingewikkeld.
Met U ren ik door een legerbende, en met mijn God spring ik over een muur.
Ja, dat zeg je wel zo makkelijk, maar met mijn God spring ik over een muur.
Ik kan een heel verhaal houden over die muur die me wil tegenhouden en belemmeren, zodat ik niet aan de goeie kant terecht kom, en die ik dan geleidelijk aan moet afbreken.
Het doet er eigenlijk niet toe hoe hoog die muur is, in de NBV staat: met mijn God spring ik over de hoogste muur.
Dan kun je zeggen: ‘Ja, maar ik maak nu iets mee wat héél erg is’. Dat geloof ik best. Maar met mijn God beweeg ik me er overheen!
Vanuit Zijn Geest heb ik een andere view, en kan ik het anders bekijken.
Dan is die muur eigenlijk een niksje, die hele ingewikkelde muur die je zou moet afbreken, daar heb je eigenlijk niks mee te maken, daar ga je overheen, met datgene wat Hij zegt, wat Hij gelooft
Conclusie: Gods weg is volmaakt. Gods weg is écht volmaakt! Daar mankeert helemaal niets aan.
Dat is nou precies de weg die we willen leren kennen, maar die we ook al knap aan het leren zijn!
Maar ik kan blijven zeggen: het zou fijn zijn dat ik Gods weg zou leren kennen, en het zou zó fijn zijn dat Hij dat in deze tijd openbaart, maar dat doét Hij!
Elke dag laat Hij zien wie Hij is, ook ten opzichte van jou, en ook ten opzichte van de muur, en ook hoe jij bent ten opzichte van die muur.
Het woord van God is gelouterd, het is aan alle kanten uitgeprobeerd, en het bleek van A tot Z, van Alpha tot Omega gewoon wáár te zijn, het klopt!
Ik vind het mooi om dát altijd als uitgangspunt te hebben.
Als Gods Woord niet waar is, en de woorden van Jezus ook niet waar zijn, dan moeten we gewoon stoppen met kerkje spelen of wat dan ook, of dingen uit te zingen, maar in de praktijk is het dan niet helemaal waar.
Maar als Zijn Woord wél waar is, dan is het ook waar als Hij zegt: ‘Wees in geen ding bezorgd’. Geen? Nou ja…..Nee, Hij zegt: ‘weest in géén ding bezorgd’.
‘Ik ben altijd bij u’, zegt Hij. Dus de term: ‘ik ben zo alleen, ik voel me zo alleen’, is niet waar. Hier zit dan iemand te liegen.
God zegt: ‘Ik ondersteun je, Ik leidt je uit, Ik heers, en in de hemelse gewesten heb Ik het voor het zeggen, en jij bent van Mij, dus het past dan ook helemaal bij jou’.
En Hij is een schild voor állen die Hem tot toevlucht nemen. Dat is toch mooi!!
Ja maar, het zijn vurige pijlen. Maar dat schild dooft al die pijlen.
Dus waar ligt de nadruk op? Op die vurige pijlen of op het doven door dat schild?
Conclusie, of een vraag. ‘Wie is God behalve de Heer? Helemaal niks en niemand.
Dan zijn er heren in de hemelse gewesten die zeggen: ‘daar kom je nog wel een keer achter’. Hoe zo?
Want als iemand het jaren voor het zeggen gehad heeft, en opeens niet meer, dan is dat heel ingewikkeld.
De laatste weken hebben jullie vast wel iets gehoord over Keti Koti, dat betekent: ‘het verbreken van de ketenen’.
En hoe dat doorwerkt in mensen die geketend geweest zijn. Dan ben je niet meer slaaf, maar toch….,om te wennen aan de nieuwe statuur…
Maar ook om de voormalige bazen, die eigenlijk stiekem toch nog baas over je waren,
toch nog beslissen in wat je wel en wat je niet mocht. Dat is afschuwelijk.
Als je geroepen bent om vrij te zijn, en dat je misschien de bijbel van A tot Z kent, en mooie liederen zingt, en ondertussen niet vrij bent, dat is zó zonde.
Maar er is geen andere God, behalve onze Heer, die je in de ruimte zet.
Die zegt: ‘Jij bent bestemd om te leven’.
Daar is van gemaakt: ‘Dan hopen we, als we later ontslapen, dat we dan naar de hemel gaan’. Vreselijk, vreselijk!
Jij bent bedoelt om te leven! Wanneer? Nú, vandaag! Je zult vandaag leven, vandaag het Leven Gods ontvangen, maar ook uitdragen.
Het is een voorrecht om met Goddelijke ogen naar de mensheid te kijken. Naar het weg gestampte, verdrukte, miskende.
Het is zo goed om hogerop te komen.
Wie anders is een rots dan alleen onze God! Dat is zo duidelijk: ‘Hij is het!’.
Dus ik hoef het ook niet zo ingewikkeld te maken van ‘waar moet ik allemaal op terug vallen’, en hoe zeer moet het mee zitten’, wil ik positief worden.
Laatst vroeg iemand aan mij: ‘Jij hebt toch ook wel eens een keer een chagrijnige dag?’ Ik zeg in alle eerlijkheid: ‘Nee’.
Dat is geen verdienste, omdat ik een unicum zou zijn. Nee hoor.
Ik ben een vrucht van Zijn bevrijding!
Ik ben geworden die ik mocht zijn vanuit wat Hij zag. En dan vind ik het zonde om een dag zonder te doen.
En de Heer heeft nooit gezegd dat ik dat moet. Ja…., om je uit te proberen, eens kijken of je wel getrouw bent…..
Schei toch alsjeblieft uit! Wat zijn er toch misselijke dingen gezegd.
Hij probeert me niet uit, waarom zou hij ook? Hij kent me. Hij hoeft niet te tasten of ik wel recht voor God sta. Hij kent mijn hart toch, mijn intentie?
Doe ik alles even goed? Nee. Is dat een punt? Nee, dat is geen punt! Nee, dat heeft Hij niet gevraagd.
Vragen de ouders dat van hun kind, zo van een jaar of vijf, daar kun je al wat mee overleggen: ‘Ik ben bereid om de rest van je leven van je te gaan houden, maar…, dan moet je je wel houden aan dit, en je houden aan dat….,en als je dat niet doet…, jammer dan, dan zorg je maar dat het beter wordt.
Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op!
Dat gedrag-gestuurde zogenaamde evangelie. Daar gaat het helemaal niet om. Het gaat om jezelf, die als geen ander dat doorhad als Jezus.
Ik las laatst, dat vond ik zo mooi, als Jezus in de hof is, dan komen de soldaten. Dan zegt Jezus: ‘Wie zoekt U?’ Dan zeggen ze dat.
En wat zegt Jezus? In onze vertaling staat: ‘Ik ben het’. Maar dat staat niet in de grondtekst. Hij zegt: ‘Ik bén!’. Dat is de naam van z’n Vader. ‘Ik ben’, hou dat hoog hoor!
Je bént! Niet geleidelijk aan, nee, je bént!
Want dat werkt zó genezend door hoe Hij daarover spreekt.
Het is God die mij met kracht omgordt, Hij heeft mijn wegen volkomen gemaakt. (33).
Dat heeft Hij gedaan, en dan wil ik ook die volkomen weg wandelen, niet als een super heilige, want heilig ben ik al, ja toch? Door Hem geheiligd.
Dus dat is mijn statuur, daar hoef je dus helemaal niets meer aan af te doen. Jij bent een heilige, die bestemd is om het beeld van God te weerspiegelen.
In je zienswijze, in je kijken, als je omgaat met een vriend, of als je omgaat met een vijand, als het weerbarstig is, of je hebt de wind mee.
Dat leven geeft je zo’n ruimte.
Hier staat in vers 34: Hij maakt mijn voeten als die der hinden.
We weten allemaal dat een hinde rent.
Teda en ik waren gisteren aan het wandelen, toen kwam er een vader met zijn zoontje langs, die zouden samen even gaan hardlopen.
Ze liepen soms een beetje hard en dan weer gewoon, maar elke stap van dat jongetje was een huppeltje, dat deed onze kleindochter Zoë ook altijd.
Ze lopen niet gewoon…, maar dat vind ik zó heerlijk, daar spreekt levenslust uit.
Als je loopt als een hinde over de bergen, dat staat in Hooglied, dat je je beweegt over die bergen in alle vrijheid. En alle narigheid?
Daar beweeg jij je overheen, want jij bent de vrije! Jij bent degene waar God van zegt: ‘Ik heb je ruimte gegeven voor je schreden (37), zodat je niet tegen elk ding aanbotst.
Sommige mensen botsen door het leven. Niet omdat ze dat zoeken maar dat gebeurt gewoon door alle narigheid die komt.
Dit verhaal gaat door, want er zijn vijanden hé. Maar ik heb er niks mee dat ik altijd weer rekening moet houden met mijn vijanden.
Want er zijn ook vijanden, en die hebben het op jou voorzien. En ze zijn bedreven in het kwaad, ja, dat klopt allemaal.
Maar waarom moet ik nou steeds de vervolgde zijn, en de ander de achter-volger? Zou hij niet meer de vervolgde moeten zijn?
Bij Jezus was dat zo, Hij was de partij die achtervolgd werd, maar de achtervolger kon niet tegen Jezus op, die in samenwerking met Zijn Vader het leven leefde, een hinde was, Hij bewoog Zich in vrijheid, maar dat mocht niet.
Hoeveel regels heeft Jezus niet naar Zich toe gekregen dat het anders zou moeten, en Hij trok Zich er niks van aan, want Hij bracht de vijand in het nauw, en de vijand niet Hém!
In vers 37 staat: U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven, en mijn enkels hebben niet gewankeld. Ik vervolgde mijn vijanden en haalde hen in.
Dat is toch mooi!! Je haalt ze ín. Hoe haal ik nou mijn vijand in? Met waarheid!
Er is een oud gezegde: ‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel’. De Waarheid achterhaalt dat.
Vers 40: Je wordt omgordt met de kracht tot de strijd, en U deed hen, die tegen mij opstonden, onder me neerbukken.
Mijn vijanden deed U voor mij op de vlucht slaan, die mij haatten, die bracht ik om.
Dat is andere taal, dus van iemand die me steeds vervolgt en die het me steeds lastig maakt, dié kreeg het lastig. Waarom?
Omdat jij ongrijpbaar bent! Omdat jij de vrije bent. Omdat jij er één bent van het soort ‘Jezus’.
Van hetzelfde geslacht, van dát wezen.
Dus het onderdanige, zo van: ‘wat gaat er vandaag gebeuren… en wat gaat er morgen gebeuren….?’ Dat is niet afhankelijk van de tegenstander.
Jij krijgt ruimte voor je schreden.
En ik kan hopen en bidden dat het morgen wat beter gaat…., maar ik kan ook besluiten dat het morgen beter gaat.
Je kan besluiten, dat wat God gezegd heeft over jou en mij, dat dát waarheid is.
Ik kan meespreken over waarheid en over ruimte, en dat je wat te zéggen hebt.
Ik vind al jaren, maar met name het laatste anderhalf jaar, dat het prachtig is dat je wat te kiezen hebt. Dat het er toe doet waar je voor kiest, dat je spreekt waar je van uitgaat.
Maar ook ten aanzien van je medemens.
Als ons spreken woorden van God zijn, dan keren ze toch niet leeg terug?
Dan doen die woorden toch wat Hem behaagd, en waartoe Hij ze zendt?
Ja maar…, dat heeft God gezegd…..
Maar wij zijn Gods mond, dus wat jij zegt, dat doet er toe!
Daarom is het ook zo goed om zuinig te zijn op je woorden.
Wat is er alleen uit naam van God al niet gezegd naar mensen toe, wat God allemaal van plan was. Dat is afschuwelijk.
Maar als je God leert kennen als een Vader, als Iemand die voor je zorgt, wat doet dan je stem er toe wat je belijdt, wat je gelooft, ook over je eigen leven, over wie je bént.
Ik moest opeens denken aan Amalek.
Amalek had als gewoonte, dat staat in Deut. 25:17-19, hij had een misselijke gewoonte om het zwakke gedeelte van het volk aan te vallen, om datgene wat al geknecht was, maar niet sterk genoeg was, om dat aan te pakken.
Dan zegt God op een gegeven moment:
‘Ik wil dat je de herinnering aan Amalek van onder de hemel uitwist. Dát wil Ik!’
De betekenis van het woord Amalek is ‘last’. Dat alle last en zonde weg is, doordat je mee doet aan het uitwissen van: ‘ik heb zo’n last van dit, en dat is zo lastig, en dat is zo ingewikkeld’.
Ik heb een Heer, die reuze goed weet hoe je daarmee om moet gaan. En die Zelf zo’n geweldige positie heeft, en die ook aan jou geeft.
Want Ik wil niet dat je op basis van Amalek, op basis van last, je leven indeelt, maar wis het uit wat er aan leugens gezegd is over jouw bestaan, over jouw voortgang, over jouw ‘wel en niet kunnen’. Het staat hier in forse woorden hoor.
Vers 39: Ik verpletterde hen, zodat zij niet meer konden opstaan, ze vielen onder mijn voeten.
Nou nou! Maar volgens mij staat er ook in het nieuwe testament dat satan onder onze voeten gebracht zal worden, ja toch?
Het is dus de bedoeling dat ik afreken met wat negatief en slecht is.
Dat krijgt vaak zo’n grote aandacht.
Door de jaren heen keken we wel eens op de televisie naar getuigenissen, heel vaak had ik daar kromme tenen bij. Waarom?
Omdat van het halve uur uitzending zeker 25 minuten ging over wat iemand allemaal had meegemaakt, wat gezegd was en wat er allemaal gebeurd was.
En dan, daar achteraan, toen kwam Jezus, en toen was het goed.
Dan denk ik, het is wel mooi dat het goed komt, maar als Hij de eerste plek heeft, dan mag de nadruk toch wel daarop liggen?
Je mag best vertellen wat voor ellendige dingen er gebeurd zijn, maar mag alsjeblieft Jezus de boventoon voeren in ons bestaan?
Ik gun dat de tegenstander gewoon niet.
Dat hij als het ware er toch weer tussenuit knijpt met indrukwekkende dingen over wat hij kan.
Want ik ben diep onder de indruk van wat Jezus is en wat Hij kan en wil daarin mee bewegen, ook ten aanzien van je medemens. Ach, wat is dat toch fantastisch.
Vers 47: De Heer leeft. Geloofd zij mijn Rots. Geroemd zij de God van mijn heil.
U bent de God die mij volkomen wraak geeft..
Volkomen wraak geeft?? Ja ja!
De dag der wrake is zoiets moois.
Duurt heeft mij geleerd dat ‘wraak’ betekent: ‘het herstel van de oorspronkelijke verhoudingen’.
De oorspronkelijke verhoudingen?
Hoe wordt dat bedoeld? Nou, laten we dan maar beginnen tussen Vader en jou.
In Jesaja 35:3 staat: Versterkt de slappe handen, verstevigt de wankele knieën, zegt tegen de onbedachtzame van hart: weest sterk, weest niet bevreesd.
Zie uw God, de wraak zal komen, de vergelding van God. Hij (de wraak) zal komen en u verlossen.
Dan zullen de ogen van de blinden worden open gedaan, de oren van de doven zullen worden geopend.
Dan zal de kreupele springen als een hert; de tong van de stomme zal juichen, want in de woestijn zullen wateren zich een weg banen, en beken in de wildernis.
Het dorre land zal tot een waterpoel worden, het dorstige land tot waterbronnen.
Op de woonplaats van jakhalzen, waar hun rustplaats was, zal gras zijn, riet en biezen.
Daar zal zijn een effen baan, een weg; de heilige weg zal hij genoemd worden.
Het onreine zal daar niet over gaan, want het zal alleen zijn voor hen die deze weg ook gaan, zelfs dwazen zullen niet dwalen, daar zal geen leeuw zijn, geen verscheurend dier zal daar op komen, ze zullen daar niet aangetroffen worden, maar de verlosten zullen die bewandelen, want die door de Heer zijn vrijgekocht, zullen terugkeren, en ze zullen Sion binnenkomen met gejuich.
Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn.
Vreugde en blijdschap zullen ze verkrijgen; verdriet en gezucht zullen weg vluchten.
Dat is toch een mooie dag der wraak hé?
Alles wat geroofd en gejat is, komt terug.
De mens wordt in volle glorie hersteld, en nog groter dan het ooit geweest is, maar zoals God het van de beginne bedoeld heeft. Dat wordt over jóu uitgesproken, ook hier en nu!
Er is zóveel ellende, ja, en op deze manier zal er wraak moet gebeuren.
Wij gaan dus ook geen mensen worden die grimmig door het leven gaan, want al deze dingen gebeuren door liefde, door genegenheid, door ontferming, door omarming.
Dat is de beweging waar we midden in zitten en waar ik me zó thuis in voel.
Ik voel me zó thuis in die krachtige omarming van God en mensen.
Dus laat je goed doen, laat je verwarmen, en doe maar mee aan de dag der wrake.
Jan Fluit d.d. 02-07-2023