Download de preek als PDF: Het Lam volgen
Het lam volgen
De tekst die hierbij hoort is een hele bekende, Openbaring 14:4 Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heen gaat.
Deze tekst levert voor mij 3 vragen op:
- • waar gaat Hij dan heen?
- • wat volg je dan precies? Wat betekent dat dan?
- • over wie gaat het dan?
Dezen zijn het die het Lam volgen. Gaat dat misschien wel over ons? Dan moet ik dat stukje eigenlijk nog een keer lezen, maar dan in de context. Dat staat in de eerste paar verzen van Openbaring 14:1 En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderd vier en veertig duizend, op wier voorhoofden zijn naam (van het Lam) en de naam van zijn Vader geschreven stonden. (vers 4) Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heen gaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam.
We weten nu over wie dat gaat, over de honderd vier en veertig duizend. Daar zijn heel wat theorieën over. Er zijn hele kerkgenootschappen die zeggen dat dit een exact getal is, twaalfduizend uit al de stammen van Israël. Dié zijn het. Dat zou dus impliceren dat wij dat Lam niet hoeven te volgen, want dat is al voorbehouden aan een gereserveerde groep. Daar geloof ik niet zo in.
lk ga nu naar een klein stukje getallensymboliek in de bijbel, dat is niet mijn sterkste punt, maar ik heb er wel wat over opgezocht en iets daarover kunnen vinden. Want getallen in de bijbel hebben vaak een veel diepere betekenis; het duidt veel meer aan dan alleen maar een getal. lk wil even kort een paar getallen met jullie doornemen. lk begin bij het getal '1'. Dat is niet zo moeilijk, dat gaat over God, over onze Vader Zelf. In de Naardense vertaling wordt Zijn naam ook consequent vertaald met 'de Ene', de 'Enige'. Dan kom je bij het getal '2', en logischerwijs, als God één is, dan is '2' de mensheid. Dat is het beeld wat daarvoor gebruikt wordt. God begint alleen, en creëert de mensheid, man en vrouw. Maar het getal '2' betekent in de bijbel ook 'scheiding' en verdeeldheid. Verdeeldheid in de schepping. Klaas Goverts heeft dat een keer heel mooi uitgelegd, want de bijbel gaat over het hele proces om weer terug te komen van '2' bij '1'. Het begint bij '1', bij God, het wordt '2' in de mensheid, en uiteindelijk eindigt het weer bij '1'. God en mensheid samen verenigd. Dan is de scheiding teniet gedaan.
In de bijbel wordt het getal '3' gebruikt voor de eeuwigheid; voor het onzichtbare. Voor de hemel, voor het verticale; van boven naar beneden en van beneden naar boven. Het getal '4' staat dan voor de aarde, het zichtbare, voor het tijdelijke, voor het horizontale, het platte vlak.
Dit zijn dus even wat getallen, en nu gaan we rekenen, en dan komen we bij getal '7' Dit getal betekent in het Hebreeuws volheid. Dat vind ik heel mooi, want '7' is 3+4. Dan heb je de hemel, het eeuwige en het onzichtbare weer verenigd met de aarde, het zichtbare en het tijdelijke. De volheid! Hemel en aarde weer bij elkaar. Iemand heeft eens uitgevlooid dat het boek Openbaring ook wel wordt genoemd: 'het boek van de zevens'; het getal '7' komt daar 50x in voor. Het is het getal van de volheid, en dat is waar het boek Openbaring over gaat; van die tocht van 2 weer naar 1; van aarde en hemel weer bij elkaar. De boze heeft het uit elkaar getrokken, maar het wordt daar weer bij elkaar gevoegd. Openbaring is het boek van de hereniging.
Een ander getal is '12'. Dat is het getal van de voltooiing, van de uiteindelijke mens. Want 12 is niet 3+4, maar 3x4. Het brengt vrucht voort, het vermenigvuldigt zich. Daar ontstaat de uiteindelijke mens. En als je dan 12 in het kwadraat hebt, hoeveel mooier kan dat dan worden, je zit dan op 144. En als je dat maal duizend doet.. Duizend is een getal van héél veel in de bijbel, dan heb je die 144.000, die uiteindelijke mens. De mens, in wie het wezen van God helemaal tevoorschijn komt, volledig openbaar komt. Dát zijn die 144.000, en eigenlijk zijn dat de voortrekkers. Dat zijn de mensen die deelhebben en meewerken aan dat proces van hereniging van God en mensen weer samen. Maar dat gaat door lijden heen.
In Openbaring 14 staan die 144.000 als overwinnaars op de berg Sion, samen met het Lam. Maar dat is niet zomaar gegaan. In Openbaring 7 worden die 144.000 voor het eerst genoemd. Vers 3: Een engel roept met luide stem: breng geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle stammen der kinderen Israëls. Daar staan die 144.000. En ze worden verzegeld op hun voorhoofd. Dat betekent dat hun denken wordt doortrokken met de gedachtengang van God.
En wat is dat zegel? Dat hebben we net gelezen in Openbaring 14: dat is de naam van het Lam en de naam van de Vader. Dát is het zegel. Dus het wezen van God zelf, van wie hij is! Dat zit in je denken gebrand, kun je zeggen. En dát zegel helpt ze door de moeite en door de druk heen. Hun gedachten zijn doortrokken van de denkwereld van het Lam. Maar wat betekent dat zegel? Je kunt zeggen, dat is de doop met de heilige Geest. Oké, zeg je, ik ben gedoopt met Gods Geest, dus ik heb dat zegel, dan kom ik er doorheen, en nou is het goed.. Maar ik denk zelf dat het méér is dan alleen de doop in de heilige Geest, als je dat kunt zeggen; maar het gaat erom wat je met die Geest hebt gedaan. Hoe heeft dat vrucht voortgebracht in jouw leven?
Het is net als die gelijkenis, die Jezus vertelde over die schat. Wat doe je met die schat, wat doe je met die erfenis die je hebt gekregen? Doe je er niks mee, laat je het voor wat het is? Dan brengt het niks voort, het verliest alleen de waarde. Of begraaf je die schat, stop je die in de aarde, een beeld van allerlei activiteiten. In en buiten de gemeente kun je enorm druk zijn. Je kunt het ook stoppen in je eigen zelfontplooiing. Brengt dat dan geen vruchten voort? Jawel. Maar brengt het blijvende vrucht voort? God controleert de vruchten niet, of je wel voldoende vrucht draagt. Dat is je eigen vrijheid en je eigen verantwoordelijkheid. Dat mag je zelf invullen. Maar je schat is in de hemel! Investeer dáár, en je vruchten breng je dáár dan ook voort. Maar dat staat niet los van de aarde. Je hoort wel eens zeggen: ja maar, als je in de hemel bezig bent, dan lijkt het of je de aarde een beetje loslaat. Maar het heeft met elkaar te maken. Wat je in de hemel aan schatten verwerft, wat je daar doet en bedenkt, dat werkt natuurlijk door in je dagelijks bestaan. Het heeft effect op de manier waarop je met mensen omgaat, hoe je over mensen denkt; hoe je naar jezelf kijkt. Natuurlijk wordt dat dan ook zichtbaar in je eigen leven. En als dat in je eigen leven werkt, als dat woord van God in jou geest en leven wordt, dan ben je toegerust om ook de moeilijke periodes door te komen. Want die moeilijke periodes komen er.
lk ga er maar van uit dat die 144.000 ook over óns gaat. Zij worden verzegeld in Openbaring 7, en zeven hoofdstukken later, in hoofdstuk 14, zingen ze een overwinningslied op de berg Sion, samen met het Lam. Maar tussen die zeven hoofdstukken in gebeurt van alles. Die verzegelden gaan dwars door bazuinen; ze moeten door weeën, er klinken donderslagen. In die zeven hoofdstukken wordt het verhaal verteld van de twee getuigen die vermoord worden. Over de draak, die met z'n staart door de hemel zwiept. Daar staat het verhaal over die vrouw in barensnood, die moet vluchten naar de woestijn, uit het zicht van de slang. Daar wordt het verhaal verteld over dat beest dat uit de zee opkomt, en die z'n macht geeft aan het beest uit de aarde. En dat alles maakt heel veel slachtoffers. Eigenlijk kun je zeggen dat dat een slachting is. Dan kun je zeggen: moet dat nou allemaal? Had dat niet anders gekund? lk denk dat als het anders gekund had, dan had God dat wel gedaan, daar ben ik van overtuigd. Maar het is afschrikwekkend. Als je die hoofdstukken achter elkaar doorleest. . . dan denk je: wat afschuwelijk! Je kunt ook zeggen, het is maar net hoe je er naar kijkt: Het is een bemoediging en een troost dat de Heer belooft dat je daar doorheen komt. Maar toch..
Maar stel je eens voor dat Johannes dat niét had opgeschreven; hij kreeg van de engel de opdracht: schrijf het allemaal op. lk had me heel goed kunnen voorstellen dat Johannes had gezegd: moet dat nou echt? Moet ik nou echt al die narigheid aan de mensen vertellen? Dat gold net zo goed voor de profeten uit het oude testament, als Jeremia wéér met een moeilijk verhaal naar het volk moest; moet ik dat nou echt vertellen, is dat nou nodig? Kan dat nou niet wat positiever? Maar dan zou het geen eerlijk verhaal zijn. Dan krijg je een mooi-weer-evangelie met alleen maar het leuke; want dat is toch de trend? Het moet toch allemaal leuk zijn? Je moet er wat aan hebben, het moet je voordeel opleveren. lk kan me nog goed herinneren dat Hans ter Telgte daar eens een preek over heeft gehouden, over dat het allemaal leuk moet zijn.
En toch krijgt Johannes de opdracht om het allemaal op te schrijven. Alleen wat er bij die donderslagen gebeurt, mocht hij niet opschrijven. We volgen het Lam; en volgen heeft gevolgen. En we volgen het Lam in woestijnen, in dalen van diepe duisternis, maar ook op toppen van bergen, en naar oases. We volgen het Lam in grazige weiden, in moeilijke situaties. Als je blij bent, en als het goed gaat. In al die dingen is God bij je. Hij laat je niet los. Je bént verzegeld en je komt niet om. Maar hoe die weg precies loopt, dat weten we niet, maar je wandelt in vertrouwen met Hem! Het woord: 'volgen' betekent trouwens veel meer dan alleen maar ergens blindelings achteraan gaan; het betekent ook metgezel zijn, vergezellen, sámen gaan. Dan is het ook dat je sámen op weg bent. En waar ga je dan naar toe? Dat staat beschreven in Openbaring 22, dat God weer alles in allen is; dat er in die hele stad geen tempel meer is, omdat die helemaal vervuld is van Gods Geest. Daar wordt de bruiloft van het Lam beschreven, en uiteindelijk de bruiloft van God Zelf. Dat is uiteindelijk het eindpunt van die hereniging van God en de mensen. Het denken van het Lam, want het gaat natuurlijk om die gedachtenwereld als je Hem volgt. Dat we zelf gaan denken zoals het Lam dat doet. En dat de liefde van de Vader, zoals die in Jezus gestalte kreeg, ook in ons leven handen en voeten krijgt. Dat we die hoopvolle toekomst met Hem hoog houden in ons leven.
Maar waar bestaat die gedachtenwereld van het Lam dan uit? Nu heb ik een vraag aan jullie. lk wil graag worden horen die voor jullie synoniem zijn met het denken van het Lam. Wat zijn nou kernwoorden, kernbegrippen, die duidelijk maken wat het denken van het Lam is. Roep eens een woord dat echt het denken van het Lam is. Liefde, voetwassing, volharding, bevrijding, heb je vijanden lief, mededogen, vergeving, barmhartigheid, eenvoud, onschuldig zijn, vriendelijkheid, blijf in Mij, rechtvaardigheid.
Nou, dit zijn allemaal woorden die te maken hebben met het denken van het Lam. lk heb er ook nog een paar en heb er even een Word-plaatje van gemaakt. Een heleboel woorden hebben jullie al genoemd, ik heb er nog een paar bij bedacht. Dienen, lijden, afhankelijk, genade, dienen, vertrouwen, zwakheid, vernedering, tederheid, strijd en tegenstand, verzoening, ontferming, kwetsbaarheid, barmhartigheid, schuilen en gehoorzaamheid. Voor mij zijn dat allemaal woorden die te maken hebben met: als je dat Lam volgt, dan is dát wat jouw denken bepaalt.
Déze woorden, deze begrippen. lk licht er eentje uit: gehoorzaamheid. Daar spreken we niet zo verschrikkelijk vaak over, want dan lijkt het of je zelfstandigheid of je vrijheid wordt beperkt; of zelfs overruled. En toch hoort het er wel degelijk bij. Er staat dat ook Jezus gehoorzaamheid heeft geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden. Maar Hij heeft ook tegen God geroepen in Gethsemané: moet lk dit nu echt wel doen? Maar Hij heeft ook gezegd: niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede. Als gehoorzaamheid wordt gevraagd vanuit een machtspositie, dan word je inderdaad gekleineerd, en dan gaat het ten koste van jezelf. Maar als je gehoorzaamt vanuit vertrouwen, omdat je weet dat Hij je nodig heeft, en dat Hij voor je zorgt in alles waarin je dan terecht komt, dan groei je alleen maar. Dan blijft jouw kern in tact; ook al zou je door die gehoorzaamheid in moeilijke situaties terecht komen. Als het Lam gehoorzaam is aan de Vader, zouden wij dan ook niet gehoorzaam zijn aan het Lam? En afhankelijk durven zijn? En onze eigen wil en verlangens ondergeschikt maken aan het verlangen van de Vader?
Tegenover die gedachten van het Lam zet ik een andere gedachtenwereld. Want er is een hele groep woorden die ik nu niet gehoord heb. Daar wil ik wat op doorgaan. Dat is die andere gedachtengang, die je ook kunt volgen. Een andere weg, die je ook kunt volgen, heb ik zelf de naam van een dier gegeven. Tegenover die van het Lam een ander dier. Een slang ligt voor de hand, en dat is het uiteindelijk ook; maar die volg je niet zo prettig. lk heb een ander dier in gedachten dat heel mooi klinkt, een 'leeuw', het denken van de leeuw. En die zet ik tegenover het denken van het Lam. Vraag: welke woorden horen bij het denken van de leeuw? Roep maar. Kracht, macht uitoefenen, de baas zijn, heersen, sterk zijn. lk heb er nog een paar op een tweede plaatje: majesteit, kracht, heerschappij, overwinnen, glorie, hoogverheven, groot, koning, zoonschap, maak groot de Heer, enzovoorts. Het is geen raar rijtje, want het zijn helemaal geen slechte woorden… Iemand zegt: hij brult. Ja, hij overruled, dat is macht en heerschappij uitoefenen.
lk licht uit dit plaatje één woord. Het woord 'koning'. Dat is wel toepasselijk bij het beeld van een leeuw, die de koning der dieren wordt genoemd. Maar mensen willen altijd een koning; iemand met gezag, iemand met macht, en iemand met wie ze zich kunnen identificeren. Dat begint al bij Samuël, als het volk Israël persé een koning wil. Die krijgen ze dan ook; maar God waarschuwt wel voor de gevolgen. Als Jezus geboren wordt, komen er wijzen. In de grondtekst staat er magiërs. Die komen uit het oosten om hun respect te betonen. Gek genoeg werden daar koningen van gemaakt..., want dat geeft toch meer cachet aan het verhaal hè? Als machthebbers hun respect betonen aan Jezus. En in één keer worden het van wijzen koningen, en vieren nog hele grote groepen in de kerken op 6 januari Driekoningen, en niet drie wijzen.
Als Jezus op een ezeltje Jeruzalem binnenkomt, wordt Hij ingehaald als een Koning, als de Messias, als de Redder. Maar Hij weet wat daarna gaat gebeuren. Dat diezelfde menigte later zal roepen: kruisigt Hem. Bij Pilatus, die het Hem op de man af vraagt: ben jij de koning van de Joden, geeft Jezus geen antwoord; en na aandringen, zegt Hij: 'gij zegt het'. De Naardense vertaling zegt: 'het zijn jouw woorden'. En als Hij gekruisigd wordt, ontstaat er zelfs een discussie over het bordje dat op het kruis gespijkerd moet worden. Dat staat in Johannes: De overpriesters der Joden zeiden dan tot Pilatus: schrijf niet 'De Koning der Joden', maar schrijf op dat Hij gezègd heeft: lk ben de Koning der Joden. En dat is nou net wat Hij niét gedaan heeft. Zelfs die leugen over dat koningschap moet nog op dat kruis. Dat zegt wel iets.
En zo kun je doorgaan, tot op de huidige dag is er behoefte aan leiders, aan machthebbers, al is dat in ons democratisch stelsel aardig vereffend en is er niet meer zoveel macht, en wordt het verdeeld over een heleboel mensen; maar er is behoefte aan ceremoniëel, aan uiterlijk vertoon. In de wapens en in de vaandels van vorsten, van koningen, van landen en van provincies vind je heel vaak die leeuw weer terug. Of een of ander machtig beest, zoals een adelaar, dat is ook zo'n beest dat heel vaak voorkomt; of een paard, dat is ook een sterk dier. En als ze aan de gewone wereld niet genoeg hebben, dan gaan we maar naar griffioenen en draken in de wapens. Nooit een lam, dat zegt ook wel iets.
Als je die twee plaatjes bekijkt, zie je twee denkwerelden. Zie je en proef je het verschil? De woorden van die leeuw zijn niet verkeerd; ze zijn bijbels, ze zijn goed. En ik wil je ook niet afhouden van het gebruik van die woorden, dat moeten we rustig blijven zingen en bidden en die woorden uitspreken, maar het gaat er uiteindelijk om waar je denken vol van is. Als je gebeden, je woorden, de liederen die je kiest altijd vol zitten met die gedachtengang van de leeuw, en maar een heel klein beetje van het Lam, dan is het goed om jezelf af te vragen of je wel op die goeie weg zit; of je wel die denkwereld van het Lam volgt. Of zit je misschien op die weg van de Leeuw, en dat is een andere denkwereld, en die komt niet uit bij het punt waar het Lam naar toe gaat. En ik denk zelfs dat je op het eindpunt van die leeuw de anti-christus tegenkomt. lk denk dat die zich bedient van die mooie woorden, en daar gaat iedereen, inclusief een heel groot deel van de christenwereld, achteraan.
lk las een tekstregel in een lied: "l want to wear a crown of glory", ik wil dragen een kroon van glorie Dat is een prachtig verlangen, dat is mooi, dat wil ik ook. Maar als die kroon van glorie nou eerst een doornenkroon blijkt te zijn. Bij Jezus was dat zo. Die overwinningskroon heeft Hij allang, maar Hij moest eerst die doornenkroon dragen. Geldt dat misschien ook niet voor ons? En wil ik dat dan wel? Wil ik die doornenkroon dan wel dragen? Dat die weg naar die overwinningskroon door lijden heen gaat?
Het gaat hier niet om lijden wat alle mensen overkomt zoals ziekte, ellende, materiële of relationele problemen.. Maar het gaat hier over lijden vanwege het evangelie, omdat je dat Lam volgt; omdat je daarvoor kiest. Wil je die kroon dan ook nog dragen? Het gaat er om: wie staat er centraal in je denken: het Lam of de leeuw. En wát staat er centraal in je denken: het verlangen van de Vader of je eigen heelwording? En dat staat niét tegenover elkaar. Als je het Lam volgt, als je leeft vanuit die denkwereld door Zijn Geest, dan volgt daaruit vanzelf herstel en heling van je wezen, van je ziel, en versterking van je geest, en genezing van je hele mens-zijn. Vanuit dát denken ben je ook een zegen voor je naaste, en groeit in je het verlangen om de ander in die liefde van de Vader voor mensen te laten delen. Dat gaat vanzelf, dat groeit en ontwikkelt zonder dat je het er altijd over moet hebben.
Als je het altijd maar hebt over 'jezelf zijn' en over 'tot je recht komen', over God die bij jóu aansluit, wie staat er dan in het middelpunt van je gedachten? Het klinkt allemaal heel mooi, maar laat het maar aan de Vader over om jou tot je recht te brengen, en laat je Zijn liefde maar welgevallen, dan kun jij je richten op de gedachtenwereld van de Vader en op de denkwereld van het Lam. Dat is voor mij het Lam volgen, op een weg waarvan het einde, het eindpunt, zeker is, maar de weg er naartoe is in Zijn hand. Wil en durf ik mijn hand in de Zijne te leggen, in vol vertrouwen en in afhankelijkheid? Maar heb ik dan geen ruimte om mijn eigen weg te gaan? Ja, natuurlijk. Net zoals je de eigen vrijheid hebt hoe en waaraan je de schat, die je is toevertrouwd, wilt besteden. En binnen die weg van het Lam is ruimte genoeg om eigen keuzes te maken en om de manier te vinden die bij jou past.
Hoe ga je er dan mee om? lk denk dat het anders is dan vroeger. Het is net als met het onderwijs, 30/40/50 jaar geleden ging het allemaal in rijtjes: de tafels, de verbuigingen, de vervoegingen en de naamvallen. Tegenwoordig gaat het onderwijs over begrijpend lezen en begrijpend rekenen en inzicht: snap je wat er gebeurt en hoe dat werkt? Zo is het met ons ook. De kennis die we in de afgelopen 40 jaar hebben opgedaan, is ook voor een groot deel opgebouwd uit rijtjes. lk zal even heel kort een paar rijtjes noemen. Toen je tot bekering kwam, moest je natuurlijk weten wat het fundament van het geloof was (Hebr. 6). Daar staat het rijtje, alsof er geen andere dingen zijn die bij het fundament horen.
Maar als je een Bijbelstudie had over deze 7 punten, die in Hebreeën 6 staan, dan ben je al een heel eind. Nou, dan ben je bekeerd en je weet een beetje hoe dat fundament in elkaar zit. Je wordt met de Geest gedoopt, ja, dan moet je toch weten wat de gaven van de Geest zijn. Dat rijtje staat in 1 Cor. 12. Daar staan ze allemaal en dan heb je Bijbelstudies over dát rijtje, alsof er niet veel meer gaven zijn waar je het over kunt hebben. Als je de gaven van de Geest een beetje door hebt, dan krijg je de vruchten van de Geest, die staan in Galaten 5, ook een rijtje. En onder dat alles zit natuurlijk het fundament van de liefde, dat staat in 1 Cor. 13. Zo hebben we in de loop der jaren een aantal van die rijtjes. En ik denk dat het goed is dat we die rijtjes langzaam een beetje loslaten. Niet dat die rijtjes fout zijn, daar hebben we heel veel aan gehad. Maar kennis verandert. Als je zegt dat we al genoeg weten, ben je niet meer bezig met vernieuwing van denken,of zoals het er letterlijk staat: verjonging van je denken.
lk moet daarbij denken aan die droom die ik had, inmiddels al tien jaar geleden, maar die nog steeds actueel is, waarin die muren wegvallen, maar dat heeft te maken met het eerste deel van die droom. Misschien herinneren jullie je dat nog wel, die man, die vanuit de zaal naar het bord op het podium gaat, en al die regeltjes van hoe het moet, helemaal uitveegt. De Heer zei daarbij toen: Mijn evangelie is niet voorgeprogrammeerd, stoort zich niet aan hoe het hoort, en heeft niets van doen met regels en structuren. Mijn evangelie is vrij, vanuit Mijn eigen principes, ongebonden, en zal elke keer opnieuw verrassen. Dat was de gedachte bij dat eerste deel van die droom.
En dán vallen de muren weg. Dat heeft met elkaar te maken. Dat betekent dat je dus loskomt uit je eigen systeemdenken; dat je loskomt uit die rijtjes, hoe het hoort, hoe je het gewend bent geweest. Hoe het allemaal heeft gepast in jouw leven van de afgelopen jaren. Maar dat je bereid bent om te vernieuwen, die rijtjes meer inhoud te geven, om die te verdiepen. Dat je begrijpt waar het om gaat, dat je inzicht krijgt. En dat de versleten gebruiksvoorwerpen van de mensen, die op een gegeven moment naar je toe komen als die muren weggevallen zijn, dat je hen dan nieuwe gebruiksvoorwerpen kunt geven; dingen die altijd gewerkt hebben, maar nu niet meer, kunt vervangen door nieuwe. Maar dan zul je het eerst bij jezelf moeten doen. Die versleten dingen vervangen. Uiteindelijk gaat het er om of je God kent, en of je weet dat je door God gekend bént. Van dié kennis kun je nooit genoeg hebben. Het gaat om de weg van het Lam. Als je alleen maar bezig bent met het uitpuzzelen van jouw weg, en hoe je zèlf tot je recht komt, hoe jij helemaal mens wordt…, hou je dan nog wel in het oog waar het lam naar toe gaat? Wat staat bij jou op de eerste plaats? Hoe je jóuw weg vindt, of waar het Lam heen gaat? We zijn verzegeld met Gods Geest, Zijn zegel is op ons voorhoofd, Zijn naam. Onze gedachten doordrenkt met de gedachten van het Lam, als een schat die in ons leven blijvende vrucht voortbrengt.
Als je zó getooid bent, met hoog geheven de banier met een Lam daarin, jawel, een Lam, geen leeuw. Rood aan de ene kant, het bloed wat Hij heeft vergoten voor ons, en wit aan de andere kant, onze onschuld. Zó komen we door die moeilijke periodes heen. En zo komen we (Openbaring 17) door al die narigheid heen, in die overwinning op de berg Sion bij het Lam. En zó zijn we in staat om uit te delen van de goedheid van de Vader.
Voor mij is zo het boek Openbaring een boek dat ruimte geeft, dat perspectief geeft en hoop op voltooiing van Gods eeuwige verlangen, ondanks de realistische beschrijvingen van alle narigheid die er nog komen gaat. Laten we ons maar geen angst aanjagen, maar laten we vertrouwen op dat zegel en op het Lam, die ons voorgaat en met ons meegaat, alle dagen van ons leven. Amen.
Gerard du Breuill d.d. 15-12-2013